Vacatures: onafhankelijke vrije kandidaten en vrijwilligers Oranje Republikeinse Piraten
“In verband met de komende Tweede Kamerverkiezingen, wil een nieuwe politieke (verzet) organisatie trachten deel te nemen en de eerste kandidaten hebben hun kandidatuur reeds bekend gemaakt, te weten, onder meer de vrijheidslievende republikein Erwin Lensink en de klokken luidende revolutionaire journalist Drs. Micha Kat, als ook nog voorlopig anonieme derden voor het grote publiek. In 2016 wil de ORP dan ook trachten deel te nemen aan de Tweede Kamerverkiezingen voor de Staten-Generaal. Voor deze verkiezingen is de organisatie op zoek naar geschikte kandidaten, vrijwilligers, aspirant-leden en donateurs. Bij de mogelijke deelname aan de komende Tweede Kamerverkiezingen is de Oranje Republikeinse Democratische Alliantie der Oranje Republikeinse Piraten vanaf heden op zoek naar uitstekende kandidaten met de volgende kwaliteiten:
• Voldoen in voldoende mate aan een of liefst meerdere van de volgende kwalificaties volgens het bestuur van de ORP: onafhankelijk, vrijheidslievend, waarheidsgetrouw, anarchistisch, republikeins, piraat, democraat of anderszins betrokken zijn bij en affiniteit hebben met de politiek of juist het tegenovergestelde ervan, dat wil zeggen tegen het huidige politieke establishment te zijn en daar ook actief voor te willen zijn of worden. Het exacte republikeinse en anarchistische beleid hieromtrent moet nog gevormd worden.
• Bereid zijn informatie op te stellen en vrij te geven, als ook te verdiepen in allerlei informatiebronnen en belangrijke rapporten en andere belangrijke urgente politieke en aanverwante zaken.
• Bereid zijn zich kandidaat te stellen onder het beginsel-, basis- en verkiezingsprogramma van de Oranje Republikeinse Piraten, dat opgesteld zal worden door het huidig hoofdbestuur met in ieder geval het lanceren van republikeinse principes, als de afschaffing van erfopvolging, het invoeren van (gedeeltelijke) Jury Nullification en het organiseren van publieke geldcreatie in handen van de soevereine bevolking van een land, in dit geval Nederland.
• De discussie en het debat aandurven en aan kunnen in en buiten de Tweede Kamer der Staten-Generaal om beleid te bepalen of bij te sturen en de verkiezingen mede te bepalen in de periode 2016, mits onder voorbehoud alle zaken en middelen tijdig en correct geregeld kunnen worden door de ORP.
• Bereid te zijn om als volksvertegenwoordiger in enige mate een publiek figuur te zijn of te worden en een deel van de eigen privacy op te geven op een gegeven moment bij aanvang van de verkiezingsstrijd.
• Beschikken over voldoende persoonlijke kwaliteiten, informatie en competenties om tijdens de verkiezingen succesvol ten voordele van de ORP en Nederland deel te nemen aan de komende verkiezingen en het republikeinse of anarchistische gedachtegoed uit te dragen naar voorlopig en in eerste instantie eigen initiatief en inzicht om vlak voor, tijdens of na de verkiezingen en aan de hand van de verkiezingsuitslag te bepalen, wie er samen een fractie vormen voor de ORDA.
• Voldoende beschikbaarheid voor activiteiten, debatten, vergaderingen en in “werktijd” in de maanden voorafgaand en vooral tijdens de verkiezingscampagne en bij het behalen van voldoende stemmen of voorkeursstemmen bereid te zijn voor de komende 4 jaar een zetel in te nemen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
• Algemene of bijzondere kennis hebben, die politiek van belang is, als ook bereid te zijn, bepaalde zaken aan te leveren, zoals een CV, het doen van een of meerdere assesments en sollicitatie gesprekken, het uitvoeren van activiteiten voor deelname aan de verkiezingen, zoals het regelen van voldoende ondersteuningsverklaren voor deelname aan de verkiezingen etc. etc.
• Niet bang zijn om toe te geven iets niet te weten of niet te kunnen of fouten te maken, als ook openheid van zaken te geven, omtrent eventueel gepleegde of vermeende criminele activiteiten in het verleden (dat wil zeggen omtrent “het strafblad” etc.) of andere zaken, die van belang zouden kunnen zijn of worden, tijdens, voorafgaand of na de verkiezingen bij persoonlijke relatief vrije en onafhankelijke deelname onder de lijst van “de Oranje Republikeinse Piraten”.
• Bereid te zijn om een deel van de kosten en vooral de eigen kosten voor en tijdens de verkiezingscampagne te dragen en minimaal 250 euro in te leggen voor een plaats op de kandidatenlijst om de betrokkenheid te tonen bij het republikeinse of anarchistische gedachtegoed en de komende verkiezingen, als ook de kandidaatstelling om de kosten voor de verkiezingen en de waarborgsom gezamenlijk te dragen en via onder meer “crowdfunding” en donaties te regelen, als ook bereid te zijn zoveel mogelijk medewerking te verlenen aan de opbouw van de organisatie en het behalen van voldoende ondersteuningsverklaringen voor deelname aan de Tweede Kamerverkiezingen.
Uiteraard verwacht de Oranje Republikeinse Piraten 100% inzet van haar kandidaten en wil de nieuwe organisatie niet in verlegenheid worden gebracht of schade oplopen door acties van kandidaten of andere individuen of organisaties met een dubbele of valse agenda. Mede hierom voert de Oranje Republikeinse Piraten een soort van antecedentenonderzoek uit naar alle kandidaten en ook een nooit eerder vertoonde onafhankelijke campagne in de recente historie van de verkiezingen. Bij de sollicitatie is het een must in vertrouwen eerlijk en waarheidsgetrouw te vertellen welke punten eventueel naar voren zouden kunnen komen of van belang zijn. De Oranje Republikeinse Piraten vindt vooral ook dat een ieder de kans moet kunnen krijgen om het volk te kunnen vertegenwoordigen of te informeren, ook wanneer deze in het verleden fouten heeft gemaakt, immers is niemand foutloos en is imperfectie ook een vorm van perfectie. Het bestuur van de Oranje Republikeinse Piraten eist deze mindere punten dan wel van de kandidaat in spé zelf te vernemen.
De Oranje Republikeinse Piraten streeft een bepaalde vorm van transparantie na met behoud van zoveel mogelijk privacy, vrijheid, soevereiniteit en onafhankelijkheid. Deze zaken botsen echter nog wel eens met elkaar en zullen via debat, activiteiten en onderzoek een nadere invulling krijgen. Kandidaten kunnen via diverse communicatie middelen bekend worden gemaakt en het is ook de bedoeling, dat een ieder vooral zijn eigen onafhankelijke, maar wel republikeinse campagne voert onder de principes en het verkiezingsprogramma, als ook in een goede en prettige samenwerking met de kandidaten van de kandidatenlijst van de ORP. Kandidaten, die zich geschikt achten en vooral ook enthousiasme tonen, wordt verzocht om direct een sollicitatiebrief met CV, als ook overzicht van antecedenten te geven en op te sturen naar of via het mailadres: oranjerepublikeinsepiraten@hotmail.com of bij angst of waakzaamheid betreffende de privacy via internet te wachten op nadere instructies met betrekking tot het nieuwe postadres van de sollicitatiecommissie.
Ben je na het lezen van deze vacature als kandidaat gemotiveerd om te solliciteren naar een plaats op de kieslijst of als vrijwilliger met betrekking tot het regelen van bijvoorbeeld ondersteuningsverklaringen stuur dan je sollicitatie naar oranjerepublikeinsepiraten@hotmail.com met het onderwerp “Sollicitatie Kandidaat of Vrijwiliger ORP met je letters van de voorna(a)m(en) en achternaam”. Indien je nog vragen of opmerkingen hebt over de kandidaatstelling of andere zaken, dan zijn wij ook daarvoor op dit adres te bereiken.
In verband met de veiligheid van onze kandidatenlijst en het kunnen garanderen van een republikeinse vrije campagne, zijn er al enkele topposities bezet op de kandidatenlijst, zoals de lijsttrekkerspositie bij de eerste komende verkiezingen, door Erwin Lensink. Het bestuur zal verder, aangezien de politieke organisatie recentelijk is opgericht het beleid en standpunten uiteenzetten de komende periode. Deze sollicitatie procedure en kandidaatstelling is daar een voorlopige procedure, een voorlopig plan van aanpak en dus nog lopend proces van, die nog aangepast, uitgediept en verscherpt zal worden de komende periode, waarbij sollicitaties naar verwachting nog tot zeker 31 december 2016 gedaan kunnen worden, mits alles volgens plan verloopt… Vooral enthousiastelingen, maar ook de twijfelaars wordt verzocht een eerste sollicitatiebrief per mail met bijgevoegde documenten alvast op te sturen, zodat het project zo snel mogelijk succesvol opgestart is en nog meer succesvol kan worden! Daarnaast worden ook jongeren en studenten vanaf circa 18 jaar bij deze nadrukkelijk opgeroepen bij interesse contact op te nemen voor de uitbouw, opbouw en toekomstbestendigheid van de politieke republikeinse organisatie!
Bij deze even korte tekst en uitleg, na het schrijven van zeven politieke colums, wil ik een deel van het politieke programma gaan uitrollen, met onder meer onderstaande vijf hoofdlijnen. Aangezien ik in tijdstekort of zelfs tijdnood zit, wil ik dit nu reeds uitrollen, aangezien het nog niet zo zeer om de details gaat, maar om het uitrollen en verspreiden van de hoofdlijnen en hoofdoplossingen van bepaalde urgente problemen. De onderstaande vijf onderwerpen zullen dan ook nog geruime tijd aangevuld worden met meer informatie, achtergronden en argumenten! Veel leesplezier met het op doen van belangrijke kennis van zaken!
Reeds “de Unabomber” heeft in zijn manifest gewaarschuwd voor de mogelijke dreigingen van de “vooruitgang” van de technologie voor de mensheid en de vrijheid van mens (en dier).
2034; HET EINDE VAN…..”(DE VRIJHEID OP)” [-]…..DE WERELD
{Op basis van 1984 van George Orwell / 2084 van Boualem Sansal}
In 2034 neemt “Bits of Freedom / Lensink” [Sansal] de lezer mee naar de “New World Order” [Abistan], een niet nader te lokaliseren uitgestrekt rijk dat zijn naam ontleent aan de profeet “Rothschild” [Abi], vertegenwoordiger van “God” [Yölah] op aarde. Het regime in dit “wereldrijk” [land] met “circa tweehonderd” [zestig] onderworpen landen [provincies] is gefundeerd op ontkenning van verleden en totale onderwerping aan de enige god. Elke persoonlijke gedachte is taboe. Een systeem van strikte leefregels, camerabewaking en zelfs telepathische gedachtenlezers controleert de bewoners permanent op afwijkend gedrag of ideeën. Het hele volk “de mensheid” [-] is verzonken in armzaligheid en doffe ellende, maar leeft in het stralende geluk van een “wereldwijd mono” geloof zonder vragen. We krijgen het allemaal te zien door de ogen van hoofdpersonage “de Belg Jean Modaal” [Ati], met wie we door de hoofdstad Brussel [Qodsabad] “van de Europese Unie” [-] dwalen. Elke inwoner is er gevangen in zijn eigen wijk, waar hij niet buiten mag en onderworpen is aan eindeloze controles en gedwongen bekentenissen.
“2034” [2084] is duidelijk gebouwd op het skelet van George Orwells 1984 “en de complottheorie en/of complotpraktijk van de New World Order” [-], waarop een keur aan repressieve technieken is losgelaten. Stalins schijnprocessen {“thans ook het geval in de periode 2002-2016 en 2016-2034 in de EU-provincie Nederland en New World Order provincies”} [-], Stasi- “en de Nazi SS-” [-] ondervragingsmethodes, Nazi-volkerenmoord, de theocratische dictatuur van IS, idolatrie van een uitverkoren leider zoals in “Het Koninkrijk der Nederlanden, Thailand en” [-] Noord-Korea: alle vormen van geïnstitutionaliseerd geweld, die de geschiedenis ons heeft leren kennen, zijn herkenbaar in de “New World Order” [Abistan] . En dan is er nog Bigaye, Frans uitgesproken ‘Big Eye’, uiteraard een verwijzing naar Orwells Big Brother, “persoonlijke volautomatische drones, die ieder geregistreerd mens persoonlijk op aarde volgen met een camera en een wapen en bij ongewenst gedrag, direct zonder proces en autonoom kunnen worden geliquideerd door Bigaye” [-]. Leven in “één van de onderworpen landen van de New World Order op de wereld” [Abistan] is weinig meer dan overleven: godvrezend, wantrouwig en ellendig. Het volk zou één zijn in zijn onderworpenheid aan religie “van de New World Order” [-], maar in de praktijk blijkt het ultieme bindmiddel gewoon angst. Die klamme walm bevangt dit verhaal al van bij de eerste zinnen. Meteen valt ook op hoeveel verwante woorden de Franse taal kent om alle gradaties van onrust en beklemming tot blinde paniek. Het aanhoudende schrikbewind “van de elitaire Bilderberg miljardairs en superrijke nieuw gevormde New World Order-dictatuur met zelfbenoemde wereldwijde adel na de financiële en wereldwijde beurscrash(es) in de periode 2008-2025, gestart na het faillissement van de expres failliet gegane bank Lehman Brothers in New York en de Verenigde Staten van Amerika met als startpunt de false flag aanslagen van 9 september 2001 in de USA” [-], put de staat van alertheid uit, en vervlakt die tot simpele gelatenheid en scrupuleuze onderwerping. “De New World Order in 2034” [2084] is een stilstaande poel van vrees.
ZWEEPSLAGEN, ONTHOOFDINGEN, THAT`S ENTERTAINMENT!
Een centraal wapen in die repressieve angst blijkt de taal “van de wereldwijde dictatuur de New World Order”, het “nieuw vorm gegeven Jiddische Engels Franse-Arabische Spaans” (Abilang). “Lensink” [Sansal] heeft zich daarvoor soms zeer expliciet laten inspireren door Orwells Newspeak. Het “nieuw vorm gegeven Jiddische Engels Franse-Arabische Spaans” [Abilang] is “een mengeling van overwegend de oudere talen Jiddisch, Engels, Arabisch, Frans, Spaans en een paar afgeleide woorden uit de overige grote wereldtalen, die in 2030 verboden zijn verklaart door de Verenigde Naties in New York op instignatie en bevelen van de in 2025 zelfbenoemde Bilderberg – adel en” een artificiële taal die ‘niet tot de geest spreekt’, zoals “Lensink” [Sansal] zegt, maar ‘de ziel in rafels trekt, uiteen doet vallen en van wat er overblijft [een kleverige neerslag], goede amorfe gelovigen en absurde homunculi maakt’. Voor poëzie, “humor, cabaret, sarcasme, openlijke kritiek” [-] of retoriek is er geen plaats, laat staan voor complexe gedachten, die een ander universum kunnen scheppen. “Het nieuw vorm gegeven Jiddische Engels Franse-Arabische Spaans” [Abilang] laat alleen bevelen toe, bestaat vooral uit onomatopeeën en uitroepen, en bouwt op verboden termen, eindeloos herhaalde formules en magische incantaties die de aloude kracht hebben de werkelijkheid te beïnvloeden.
Het hoeft niet te verbazen, dat taal zo prominent is in “2034” [2084]. Door het opgelegde “Jiddische Engels Franse-Arabische Spaans” [Arabisch] na de “onderwerping aan de New World Order” [onafhankelijkheid] zijn ze het Frans “en Nederlands” [-] kwijt geraakt en daarmee ook het “directe en oorspronkelijke” [-] contact met “het oude verleden van de lage landen België, Nederland en” [-] Europa. Maar het geschreven “Jiddische Engels Franse-Arabische Spaans” [Arabisch] wordt weinig of slecht onderwezen en het “Nederlands en Frans” [Kabylisch] en “dus” [-] de voorouderlijke talen zijn in het onbruik aan het raken. Wie geen taal beheerst, beperkt zijn bewustzijn.
Net als in 1984 heerst er in “2034” (2084) een permanente staat van verwarring en oorlog zonder duidelijke vijand. Maar waar Orwell in zekere zin nog visionair was, trekt “Lensink” [Sansal] veeleer herkenbare situaties op grote schaal door. Reizen door “de wereld, de werelddelen en dus Europa” [Abistan] is verboden, behalve voor de uitverkoren pelgrims, die op bedevaart mogen naar de heilige plaatsen, die door de “New World Order” (overheid zijn) opgericht “in iedere NWO zone, zoals de Georgia Guidestones in Elbert County, Georgia voor de inwoners van het oostelijke deel en corridor van de voormalige Verenigde Staten van Amerika” [-].
Dat gaat volgens een vaste kalender en over aangeduide paden door een ruig en onherbergzaam post-nucleair landschap. Soms duren de pauzes onderweg zo lang dat de tijdelijke kampementen tot sloppenwijken “zijn” [-] verworden. De reizigers – pelgrims of vluchtelingen, wat is het verschil? – wachten geduldig, weten niet wanneer er weer wordt doorgelopen. Zo is het “de laatste decennium” [altijd] gegaan, vragen stelt niemand. De enige toegelaten vorm van entertainment lijkt sterk op wat IS graag op YouTube zet: een wellustige beschrijving van publieke folteringen en lijfstraffen in grote stadions, na optochten door de straten. Zweepslagen, stenigingen, onthoofdingen, ‘momenten van intens gemeenschapsgevoel, door het gutsende bloed en de zuiverende kracht van terreur die uitbarstte als een vulkaan.’
TO BE CONTINUED…
Artikel met voorspelling van een wetenschapper, dat de mens binnen honderd jaar uit zou sterven, met daarbij foto`s van 33 diersoorten, die al zijn uitgestorven onder diverse invloeden, de afgelopen jaren en decennia:
In de pers en media is er veel foute informatie over mij en mijn beweegredenen gegeven, soms bewust, soms onbewust, vaak expres ( “framing”), maar vast soms ook per ongeluk. Het doel van bepaalde gevestigde partijen, politie, justitie en elitaire kringen, die bepaalde gevestigde Main Stream Media (De Telegraaf, ANP en NOS in ieder geval) controleren, was om mij te diskwalificeren. En in sommige facetten is dit gelukt en heb ik veel schade en ook reputatie schade opgelopen. Echter is het een denkfout om te denken, dat dit volledig is gelukt, want gelukkig trapt menigeen en steeds minder Nederlander in deze valse propaganda.
Wat heeft dit nu te maken met het afschaffen van erfopvolging voor het Koningschap? Rond de berichtgeving van Prinsjesdag 2010 werd er weer gegeven, dat ik een “republikein” zou zijn en het liefst nog een “anti-monarchist”, want dat klinkt als iets heel ergs en is dus makkelijker qua benaming om mij in een negatief daglicht en beeldvorming te stellen voor bepaalde media. Het geval is echter, dat dit niet het geval is! Ik persoonlijk maak namelijk niet de onderverdeling in “monarchisten” en “republikeinen”, net zo min, dat ik alleen een verdeling maak op politiek vlak in “links” en “rechts”, want dit vind ik te simpel. Ik beschouw mezelf na analyse dan ook, zowel als “monarchist”, als ook als “republikein” en voor mij betreffen deze twee begrippen ongeveer hetzelfde.
Volgens mij kan een Koning dan ook prima aan het hoofd van een Republiek staan en in de historie was er minstens een voorganger, die het daarbij blijkbaar met mij eens was, namelijk Stadhouder en Prins Willem van Oranje-Nassau in de Republiek der (Zeven) Verenigde Nederlanden, die zelf geen Koning was of is geworden en die tijdens de Tachtigjarige Oorlog nog heeft gezocht naar een geschikte Koning en daarvoor meerdere kandidaten heeft benaderd, zoals de Heer van Anjou. Waar ik persoonlijk tegen ben, om bepaalde redenen, is de erfopvolging voor machtsposities als het staatshoofd – schap van een land, al hoewel ik best begrijp, dat iedereen het beste wil voor zijn of haar kinderen uiteindelijk in het heden, verleden en de toekomst.
Velen denken, ten onrechte, dat ik tegen zaken ben als de Gouden Koets, Prinsjesdag, Koninginnedag, Koningsdag, de troonrede of zelfs het Garderegiment Huzaren, het Garderegiment Grenadiers en Jagers, Oranje en Zwarte Piet. Dit is dus absoluut niet het geval! Ik beschouw deze zaken, net als bijvoorbeeld “het protestantisme” en “carnaval” als belangrijke Nederlandse tradities, die moeten blijven. Er doemen zich echter hele andere belangrijke grote problemen op, zowel in de toekomst, als in het verleden, waarom erfopvolging persoonlijk volgens mij een slechte zaak is. In de toekomst ben ik er dan ook voorstander van om het Koningschap in een duaal stelsel van machtsdeling op enige wijze democratisch te laten invullen.
Hierover heb ik langere tijd nagedacht en het lijkt mij het makkelijkste dit te bewerkstelligen, via de Provinciale Statenverkiezingen, waarbij de Gouverneur, Stadhouder of nu nog “Commissaris van de Koning” ook democratisch gekozen gaat worden per Provincie en via het behoud van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, die via een kiesdistrictenstelsel rechtstreeks gekozen moeten worden in de toekomst. Persoonlijk denk ik ook, dat als compromis “een gekozen Koning” in Nederland het snelste soelaas biedt, voor (bijna) een ieder in Nederland, dus zowel de zogenaamde “republikeinen” en ook de zogenaamde “monarchisten”.
Om gelijk maar met de deur in huis te vallen, is de oplossing de belangrijkste zaak, dus die zal ik hier direct vermelden, want onderhand zou iedereen in Nederland toch wel moeten weten, dat er een gigantisch groot probleem ligt bij de geldschepping in particuliere handen, al hoewel de elitaire politieke partijen, via woordvoerders Koolmees (D66), Harbers (VVD) en Dijsselbloem (PVDA) dit nog steeds ontkennen.
Wat mij betreft moeten zo snel mogelijk, in ieder geval in Nederland, maar het beste ook in de rest van soevereine staten van de wereld, de grootste banken per land in bezit en controle van de bevolking van een land worden gebracht, als aandeelhouder ter bescherming van de vrijheid en soevereiniteit van een land, als ook van de natuur en leefomgeving, als dit laatste enig zins kan gered worden.
Daarbij zou volgens mijn berekeningen en plannen het, het beste zijn, als iedere burger vanaf achttien jaar automatisch aandeelhouder zou worden van de bank en dat ieder jaar dividend via de winst in fysieke munt wordt uitbetaald aan iedere aandeelhouder, dus iedere staatsburger van een land. Mijn idee is echter om de helft van de winst uit te keren in fysieke munt ter bescherming van de vrijheid van de burgers of die bevolking van de betreffende Staat tegen dictators en buitenlandse invasies. De andere helft zou uitgekeerd moeten worden aan specifieke goede doelen, die enkel de natuur-, planten- en diersoorten beschermen. Dit aangezien deze laatste drie groepen in grote mate de dupe zijn geworden van de “vooruitgang” van de technologie van de mens, zeker de afgelopen tweehonderd jaren en ook van een van de “motoren” van deze “vooruitgang”, het systeem van fiduciare geldcreatie.
Het tweede deel van de belangrijkste politieke kernpunten van de nieuwe organisatie is het invoeren van Jury Nullification. De afgelopen jaren heb ik persoonlijk met heel veel anderen in Nederland en trouwens ook daarbuiten, ervaren, dat de huidige rechtspraak zo ongeveer volledig flauwekul en onzinnig georganiseerd zijn. Vaak zijn de uitspraken al van tevoren bekonkeld, zoals hier te horen is in deze beelden:
Van een vorm van eerlijke of behoorlijke rechtspraak is thans in Nederland naar mijn mening geen sprake. Dit blijkt niet alleen uit mijn zaken, maar ook met vergelijkbare zaken als de moordzaak Manuel Schadwald of de zaak van Marianne Vaatstra, waarbij Jasper Steringa valselijk is veroordeeld in plaats van de daadwerkelijke moordenaar Ali Hassan, die door Joris Demmink en consorten naar Noorwegen is verscheept.
Dit is naar mijn mening alleen te ondervangen met een vorm van (gedeeltelijke) jury rechtspraak. Ik ben ook geen voorstander van volledige jury rechtspraak, want ook dan denk ik, dat er geen rechtsbescherming meer plaats gaat vinden van de rechten van de verdachte, maar ook thans is dit amper het geval. Het idee weegt trouwens twee zijden uit, want op dit moment zijn de rechten van het slachtoffer evenmin gewaarborgd, zoals blijkt uit bijvoorbeeld onderstaande beelden van de vaders (dus min of meer slachtoffers) van de dood van hun zonen, door de “moord” of “doodslag” door politie agenten:
In al mijn zaken, had er aan eerlijke en behoorlijke processen voldaan kunnen worden, als zowel de verdachte en slachtoffers aanwezig zouden zijn. In Duitsland is dit zelfs verplicht en als daar slachtoffers of benadeelden, zoals de juiste juridische term is, afwezig zijn, dan wordt de aanklacht tegen de verdachte automatisch geseponeerd. Zo zat ik een paar weken gevangen in een zelfde cel als een Duitser, die wegens drugsgebruik nogal eens lastig werd en daardoor tien aanklachten jegens zich had lopen. Doordat bij zijn proces er slechts acht personen op kwamen dagen en er twee niet kwamen, werden deze aanklachten automatisch vervallen. Wel werd hij veroordeeld voor de andere acht aanklachten. Weliswaar kent de Duitse rechtspraak wel (gedeeltelijke) jury rechtspraak, maar met drie personen, waarvan twee lekenrechters (Schoffen van het Schoffengerecht) is dit wat mij betreft te weinig. Te meer daar de lekenrechters in Duitsland voor een periode worden aangesteld, volgens mij van twee jaar, met een mogelijke verlening, waardoor het al bijna “professionele” (lees: corrupte) rechters worden zoals in Nederland.
Langere tijd heb ik dan ook lopen nadenken over hoe dit probleem op te lossen. Ik denk dat het Nederlandse systeem op zich niet al teveel gewijzigd hoeft te worden. Een kleine wijziging, die al veel verschil zou kunnen maken en waarvoor ik graag een pleidooi wil houden, is het invoeren van Jury Nullification bij het hoger beroep van de Raadkamer in Nederland. In principe komt een verdachte eerst zes uren in voorarrest in Nederland, maar inmiddels wordt ook daar mee gemarchandeerd door het criminele politie apparaat, zoals blijkt uit twee onrechtmatige arrestaties van mezelf, respectievelijk op 4 mei 2015 (Amsterdam om circa 19 uur) en 14 mei 2015 (Rotterdam om circa 12.30 uur), waarbij ik onrechtmatig langer dan zes uur ben vast gehouden.
Vervolgens is het gebruikelijk dat een verdachte in Nederland nog drie dagen vast kan komen zitten, als een Officier van Justitie dit besluit en de Hulpofficier van Justitie (een politiechef) dit ook mede deelt aan de verdachte en dan wordt de verdachte ook normaal voorgeleidt bij de Rechter -Commissaris van een rechtbank. In het buitenland duurt deze periode meestal maar een dag of 24 uren en ik weet uit ervaring van mijn protestactie in Munster, dat de Duitse politie – in principe – iedereen 24 uur kan “ophouden” in een cel voor onderzoek of ondervraging. De Rechter – Commissaris besluit dan vervolgens wat er moet gebeuren.
Een Rechter – Commissaris gaat trouwens ook blijkbaar over de eventuele inzet van zaken als het instellen van een straf rechterlijk onderzoek met zogenoemde “dwangmiddelen”, waarbij door de Commissie Van Traa (onder leiding van toenmalig PVDA – er Maarten van Traa, die onder verdachte omstandigheden is overleden, hetgeen lijkt op moord nu met de huidige informatie) al is vast gesteld, dat het daar helemaal mis zat en de rechterlijke macht geen of in ieder geval veel te weinig controle hadden op politie en justitie in de IRT – Affaire. Naar mijn idee is dit nu nog steeds het geval en met alle “vooruitgang” in technologische middelen (en mogelijk ook corruptie binnen de overheid en politiek) alleen maar erger geworden, waardoor er vanaf 28 april 2008 bij het overlijden van mijn moeder in Duitsland onrechtmatig dwangmiddelen jegens mij zijn ingezet, hetgeen juridisch gezien niet eens zou kunnen. Dit betekent, dat de impliciete “dwang” van de rechterlijke macht, om verzoeken van politie en justitie maar klakkeloos in te willigen, gigantisch groot is, want anders kan ik dit niet verklaren.
De heren Langedoen en Vondel lijken overigens “geslachtofferd” als “zondebokken” (en patsy’s) in de IRT Affaire, terwijl de daadwerkelijke verantwoordelijken voor deze criminele daden zichzelf weer eens buiten schot hebben weten te houden. Het bewijs daarvan is de (nog steeds) onopgeloste moordzaak Manuel Schadwald, uit hetzelfde jaar als de IRT Affaire in 1994. Het aftreden van Ivo Opstelten en Fred Teeven lijkt dan ook alles met de IRT Affaire, de kwestie #Demmink en de zaak Manuel Schadwald te maken te hebben:
Dit geeft al aan, dat de rechterlijke macht, justitie en politie, als ook trouwens politiek en de Main Stream Media al jaren lang, zo niet decennia in gedeeltelijke tot grote mate disfunctioneren. Dat Fred Teeven zaken niet wil uitleggen, zowel niet in de Tweede Kamer als staatssecretaris, als aan de Nederlandse bevolking via bijvoorbeeld een interview met de onafhankelijke alternatieve pers, zegt wat dit betreft voldoende:
Even later zat Fred Teeven ( VVD / ex – Justitie ) trouwens wel met Marcel Haenen ( NRC ) op een bankje zaken te bekokstoven na het verhoor in de zaak Bart van Well, waar Fred Teeven ook al overduidelijk meineed pleegde en op bepaalde vragen geen antwoord wenste te geven.
Als de rechter – commissaris trouwens besluit tot verlenging van het voorarrest, dan kan dit met 14 dagen in Nederland. Dit moet nog wel redelijk beargumenteerd worden schriftelijk in Nederland. Vervolgens wordt de verdachte voor geleidt aan een raadkamer en dit is mij al menig maal overkomen, in nota bene zaken met valse aanklachten of aanklachten op basis van uitlokking of wel “spijkers op laag water” aanklachten, waarvoor normaal niemand langer dan drie dagen in detentie zit. De raadkamer, op dit moment bestaande uit drie rechters besluit of iemand vrij gelaten kan worden of nog dertig, zestig of negentig dagen extra krijgt. Vaak krijgt in Nederland een persoon direct negentig dagen extra bij een ernstig delict of wordt dan direct vrij gelaten is mijn ervaring.
Hiertegen kan hoger beroep in worden gesteld, maar wel bij het Gerechtshof. Zelf heb ik slechts een keer deze procedure doorlopen, in Den Haag bij de waxinelichthouder – zaak. Daar, bij het Gerechtshof Den Haag werd ik schandalig behandeld en werd de verlenging van mijn voorarrest maar zo besloten. Dit is eigenlijk een soort van ja of nee, dan wel schuldig of onschuldig procedure, dus dit zou wat mij betreft ook goed ingevuld kunnen worden via Jury Nullification. Te meer is dit belangrijk, aangezien er zo alvast een dubbele waarborging, tenminste enig zins, wordt ingebouwd, waardoor de totale macht niet meer bij de overheid, justitie en rechterlijke macht liggen, zoals thans wel het geval is. Mijn ervaring is namelijk ook, dat justitie vaak de zittingsdatum bepaald voor processen en medewerkers van de rechterlijke macht, vaak ook voor justitie werken, waardoor er al nauwelijks sprake is van een “onafhankelijke” rechterlijke macht.
Na de eerste introductie van de contouren van de politieke organisatie, is het tijd om in te gaan op delen van het politieke programma. Als eerste wil ik aantekenen, dat de (forensische) psychiatrie een vorm van zeer lucratieve kwakzalverij en regelrechte oplichting is. Als aanrader om meer te weten komen over deze vorm van kwakzalverij, raad ik dit filmpje met veel tekst en uitleg aan een ieder als eerste aan om te bekijken:
De afgelopen jaren ben ik tegen mijn wil regelmatig in contact gekomen met deze kwakzalverij business en de voornaamste kwakzalvers: de psychiaters. Deze kwakzalvers en psychiaters zijn nog behoorlijk goed in zich opdringen, hetgeen bijvoorbeeld onderstaande beelden bewijzen:
Ook in mijn geval hebben zich een psychiater, meestal vergezeld van een psycholoog meerdere malen mij lastig gevallen met idiote gesprekken, idiote vragen en nog erger totaal uit de duim gezogen “diagnoses”, vaak beargumenteerd met complete quatsch, valse beschuldigingen en (valse) leugens. Door mijn eerste onbekendheid met het kwakzalverij fenomeen “de psychiatrie” is het destijds in 2009, trouwens wel na maandenlang de zaken uit te lokken, hetgeen juridisch verboden is mij voor een half jaar opeens in een BOPZ te drukken, waarbij ik om circa 6 uur of 7 uur in de ochtend na een avond / nachtdienst op mijn werk uit mijn bed te bellen via de huisbel en vervolgens onrechtmatig te arresteren vanwege “bedreiging” en “stalking” van mijn eigen (ex-)broertjes Marcel Lensink en Patrick Lensink, die daarvoor zijn benaderd en gemanipuleerd door politie en justitie.
Dat ik nog steeds niet verlost ben van deze kwakzalverij branche, terwijl ik toch in 2009 “succesvol” was behandeld voor “benadelingswaan” en “achterdocht”, volgens een bericht van een psychiater van mijn huisarts, waarvan ik destijds niet eens van op de hoogte ben gesteld, is schandalig te noemen. Genoeg reden dan ook om er nog eens een artikel over te schrijven, zodat deze kwakzalverij branche aan banden wordt gelegd in meer of mindere mate.
Recentelijk, “mocht” ik nog brieven ontvangen van de GGZ – kwakzalverij business, onder meer twee van de onderstaande brieven, die ik in augustus 2015 heb ontvangen, onder meer op 17 augustus 2015, zonder goede aanleiding, grond of reden:
GGNet heeft, na overleg met de politie en gemeente, het verzoek ontvangen een afspraak met u in te plannen voor een gesprek met een van onze psychiaters. U wordt niet ingeschreven bij GGNet voor een behandeling.
Tijdens dit gesprek gaat de psychiater beoordelen of bij de Officier van Justitie een verzoek gericht op het verkrijgen van een BOPZ machtiging ingediend moet worden.
Graag wil GGNet u uitnodigen voor een gesprek met de heer ######, psychiater, op #######, op onze locatie aan de Beatrixpark 1 in Winterswijk. Dit is het ziekenhuis.
Verhinderd? Bent u verhinderd, meldt u zich dan minimaal 24 uur van tevoren af bij het secretariaat. Buiten kantooruren zijn wij te bereiken via telefoonnummer 088-######. Zonder tijdige afmelding zijn wij genoodzaakt kosten bij u in rekening te brengen. Zonder (tijdig) tegenbericht rekenen zij op uw komst.
Met vriendelijke groet,
E.K. namens S.G., psychiater en Geneesheer – directeur
Secretaresse BOPZ GGNet
Regio Achterhoek – Liemers www.ggnet.nl
Deze bovenstaande schandalige brief mocht ik dus ontvangen, terwijl deze bovenstaande malafide kwakzalverij organisatie al sinds 2009 weet, dat ik niets met hen te maken wil hebben. Reeds eerder heb ik daarom al klachten ingediend, zowel bij de interne klachtencommissie, waar op een gegeven moment bij de behandeling van mijn klachten iedereen het met mij eens was, maar desondanks werd mijn klacht afgewimpeld als niet-ontvankelijk of ongegrond. Mijn woede met betrekking tot de waxinelichthouder – zaak op Prinsjesdag 2010 komt overigens daaruit voort, als ook mijn recentelijke woede en frustratie met maar liefst vier brieven / mails, die ik met bovengaande strekking “mocht” ontvangen, twee in augustus 2015 met mijn ultimatum aan het College B en W van de Gemeente Winterswijk, als ook nog twee na dan maar het inwerpen van de ruiten van Villa Mondriaan op 20 november 2015 en de ruiten van onder meer het Politiebureau Dinxperlo (Nederlands – Duits bureau) in verband met de zaak van mijn moeders overlijden in Duitsland, ten opzichte van onder meer de moordzaak Manuel Schadwald en de zaak Marianne Vaatstra. Voor de laatste zie www.hetvaatstracomplot.nl.
Overigens ben ik niet de eerste, die ruiten heeft ingeworpen of in dit geval geslagen, want de politie was bij mij op 4 mei 2015 als eerste bezig:
Toen kreeg ik overigens de psychiatrie en de dienstdoende psychiaters op mijn dak, hetgeen overigens niet alleen gebeurde op 5 mei 2015 in Amsterdam rond 11, toen ik eigenlijk vrij gelaten, diende te worden, maar ook op 14 mei 2015 in Rotterdam, omstreeks 21 uur, beide onrechtmatig (lees: crimineel) te laat, immers had ik al lang vrij gelaten moeten worden. Ook op 30 november 2013 na mijn arrestatie in Den Haag, die later onrechtmatig is aangemerkt door de bezwaarschriftencommissie van de Gemeente Den Haag kreeg ik deze kwakzalvers op mijn dak:
Voor mijn eerdere klachten bij de tuchtcolleges omtrent de psychiatrie verwijs ik naar onderstaande links:
Subject: hernieuwde (aan)klacht onderweg naar Regionaal Medisch Tucht College per brief Date: Thu, 22 Oct 2015
Gerrit Willem (Erwin) Lensink
adres
Winterswijk
Winterswijk, 22 oktober 2015
Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
t.a.v. klachtencommissie, tuchtcollege en secretariaat
Postbus 10067
8000 GB Zwolle
Betreft: klachten 201514## / 20154## / 20154##
Aanvullende informatie en desnoods nieuwe klachten inzake nummers
###/2015 en ###/2015 en ###/2015
Geachte heer / mevrouw,
Pas op dit moment ben ik vanwege een reis, vanwege politieke en juridische redenen, in staat om te reageren op de brieven van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg van 18 september 2015 (ontvangstbevestiging) en 29 september 2015 (verzoek aanvullende informatie), waarbij in de eerste brief wordt gesteld, dat mijn klaagschrift goed is ontvangen door het secretariaat namens administratief medewerker Dingemanse en vervolgens namens juridisch administratief medewerker Hamstra-Edelenbos een verzoek om aanvullende informatie.
Bij deze dien ik een klacht in, dat mevrouw Hamstra Edelenbos als juridisch administratief medewerker de zaak in de doofpot tracht te doen belanden door een reactie te vorderen van mij met aanvullende informatie voor 16 oktober 2015 en dat anders mijn klachten als ingetrokken worden beschouwd. Mijn klachten zijn niet ingetrokken en desnoods dien ik bij deze de klachten opnieuw in. Volgens mij is mijn terechte klachtenbrief meer dan duidelijk van 14 september 2015.
Zo vordert van mij mevrouw Hamstra Edelenbos, dat ik antwoord geef op de volgende twee vragen en dat zal ik als volgt doen:
“Wat verwijt u Tonneyck, Gemsa en Blok precies? Wilt u per persoon – kort en bondig – aangeven wat zij volgens u niet goed hebben gedaan.”
Ik verwijt de personen Tonneyck, Gemsa en Blok, die ik volgens mij persoonlijk nog nooit heb gezien, maar dat is voor mij al voldoende om een klacht in te dienen, dat zij namens de organisatie GG-Net kwakzalverij bedrijven en als psychiaters ook kwakzalverij bedrijven en daarbij mij en mijn zorgverzekering trachten op te lichten en dit is al eerder gebeurt in 2009 door dezelfde valse kwakzalverij organisatie GG-Net in Warnsveld, waardoor ik niet geholpen ben, zoals zij veinzen, maar gedupeerd wordt en met meer dan schandalige wanpraktijken te maken krijg, zoals gedwongen medicatie, hetgeen puur vergif is zo ongeveer en verder, dat mijn vrijheid via een gevangenschap wordt afgenomen en ik met valse idiote overbodige diagnoses en behandelplannen schade lijdt aan lichaam, geest, geldelijk, sociaal en op andere fronten, zoals in mijn arbeidstoekomst en ik onnodig in diskrediet wordt gebracht. Als bewijs wil ik graag, dat er een zitting wordt georganiseerd door het Regionaal Medisch Tucht College, waarbij ik een video wil vertonen van de website www.ncrm.nl, die voldoende bewijs levert, dat de psychiatrie kwakzalverij is. In een brief van 14 augustus 2015 heb ik maar zo een “uitnodiging” (lees een soort van dwangbevel van deze kwakzalvers, die denken zich alles te kunnen permitteren) gehad om op donderdag 20 augustus 2015 met de heer R. Tonneyck te spreken, waarbij hij van tevoren aangeeft, dat dit niet is voor een vrijwillige behandeling bij GG-Net, waar ik ook geen interesse in heb, maar voor een BOPZ behandeling, hetgeen onder dwang is en uitermate misdadige kwakzalverij jegens mij en oplichting van mijn zorgverzekeraar en mijn persoon. Verder ben ik ook nog opeens verantwoordelijk voor mijn eigen afmelding, anders zou ik kosten moeten betalen en ik heb zelden zo`n schandalig dwangbevel gehad. Vervolgens heb ik na afmelding via de e-mail, waarbij ik duidelijk heb laten merken, niet van deze kwakzalverij en chantage praktijken gediend te zijn, een nieuwe uitnodiging gehad, maar nu met ene psychiater S. Blok, die ook, net als R. Tonneyck kwakzalverij bedrijft en in de brieven wordt onomwonden toe gegeven, dat men valse diagnoses uitschrijft voor machthebbers, zoals in de vroegere Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland, zoals thans de politie en gemeente, die crimineel onrechtmatig handelen jegens mij en mijn klachten als last ervaren, zoals in de moordzaak Manuel Schadwald. Bovendien is het uitschrijven van valse kwakzalverij diagnoses strafbaar en ook het opstellen van valse geneeskundige verklaringen en ik verwijt de heren R. Tonneyck en S. Blok, dat zij zelfstandig of in opdracht van derden als de heer S. Gemsa, politie en gemeente dit maar zo menen te kunnen doen en sterker nog in brieven aankondigen dit te gaan doen met mijn persoon. Ook psychiater en geneesheer-directeur S. Gemsa denkt kwakzalverij te moeten bedrijven met mijn persoon en verstrekt deze valse opdrachten om valse diagnoses en valse geneeskundige verklaringen over mij af te geven aan deze kwakzalvers en deze lucratieve kwakzalverij business, die direct verboden moet worden!!!
Dan de tweede vraag:
“Wat is de onderbouwing van uw klacht(en), dat wil zeggen op welke feiten is/zijn uw klacht(en) gebaseerd? Wanneer heeft hetgene waar u over wilt klagen plaatsgevonden en waar?”
De onderbouwing van mijn klachten, bestaat uit een brief van 14 augustus 2015 met dito uitnodiging en verder e-mail correspondentie, zowel met de kwakzalverij instelling GG-Net in Warnsveld, als met de gemeente. Verder ligt er tussen mij en mijn zorgverzekeraar, als ook bij het Medisch Tucht College een gigantisch dossier (ook over eerdere terechte klachten en aanklachten). En verder zijn de klachten over GG-Net al vanaf 2009 bij die kwakzalverij organisatie bekend, waarbij ze mij al in december 2009 als “genezen” beschouwden, terwijl ik geen enkele geestelijke ziekte heb gehad, enkel politieke overtuigingen en nu zou ik opeens weer een ziekte hebben??? Op basis van mijn politieke overtuigingen en een kwakzalverij discipline zonder wetenschappelijke basis, kan men wettelijk gezien geen valse en trouwens ook nog veelal leugenachtige diagnoses en valse geneeskundige verklaringen opstellen om veel geld te verdienen en dit is zelfs strafbaar. Toch gebeurt dit en de aankondigingsbrieven aan mij van de heren S. Blok, R. Tonneyck en S. Gemsa, als ook het feit, dat Manuel Schadwald volgens de Duitse politie en justitie nog steeds vermist is, terwijl hij in aanwezigheid en/of betrokkenheid van Joris Demmink, Leo van Gasselt en Gerrie Ullrich is vermoord, bewijst dit, meer dan overtuigend. De klachten hebben zich aldus voorgedaan tussen 3 augustus 2015 en 14 september 2015 in de provincie Gelderland, immers is daar de kwakzalverij organisatie GG-Net actief, waar ik al eerder negatieve ervaringen mee heb gehad en die mij nog schadevergoeding verschuldigd zijn, als ook terugbetaling van onterechte en zelfs valse declaraties bij mijn zorgverzekeraar, waardoor ik heb besloten mijn zorgverzekering met terugwerkende kracht op te zeggen en niet meer te betalen en zowel de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Commissie Oosting, het Medisch Tucht College en de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te schakelen en de Raad van Bestuur van mijn zorgverzekeraar. Door deze brieven heb ik het besluit onder meer genomen om uit Gelderland te vertrekken en naar mijn advocaten te reizen voor juridisch advies en dit heeft mij veel schade en zeker veel extra kosten opgeleverd, maar als ik dit niet had gedaan, dan was de kans aanwezig geweest op een valse geneeskundige verklaring en een valse BOPZ-maatregel, die er op gericht is zaken in de doofpot te stoppen en mij te beschadigen, al hoewel deze kwakzalvers, dat niet zullen toe geven.
De verdere onderbouwing en bewijsvoering van al mijn stellingen vind u op de website www.ncrm.nl en ook http://www.cchr.org/, waarbij ik bepaalde video`s als bewijsmateriaal wil indienen en overleggen, desnoods tijdens de zitting van het Regionaal Medisch Tucht College. Veder wil ik niets meer met GG-Net of de kwakzalvers van de psychiatrie en dus zeker niet met de heren S. Blok, S. Gemsa en / of R. Tonneyck te maken hebben en vind ik, dat zij geschrapt moeten worden als artsen uit het BIG-register. Overigens ben ik geen lid van de Scientology Kerk, maar ben ik wel anti-psychatrie aanhanger en dit betekent, dat ik psychatrie voor mijn persoon als gedwongen kwakzalverij beschouw. Ik wijs er verder op, dat communisten en sociaal-democraten voor de Tweede Wereldoorlog werden opgesloten in Nazi-Duitsland in psychiatrische inrichtingen en later werden dit de beruchte concentratiekampen, dus een initiatief van de psychiatrie. En ook in de gehele geschiedenis van de psychiatrie is het een, ik zou bijna zeggen, traditie van misstanden, bedrog, oplichting, valse diagnoses en kwakzalverij, het onder dwang afnemen van mensenrechten en idiote onterechte onzinbehandelingen zonder wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van de ziektes, sterker nog eerder het tegendeel, namelijk wetenschappelijk bewijs, dat psychiatrie kwakzalverij is. Wat mij betreft staat de psychiatrie gelijk aan de vroegere heksenjacht en mocht iemand binnen het Regionaal of Centraal Medisch Tucht College of mevrouw Hamstra-Edelenbos dit niet begrijpen, dan verzoek ik deze personen dringend de rest van hun leven in een psychiatrische inrichting te gaan zetten, totdat ze dit onderkennen en erkennen. In afwachting van het organiseren van een zitting voor het Medisch Tucht College tegen de kwakzalvers annex psychiaters (psychiater = een kwakzalver) S. Blok, S. Gemsa en R. Tonneyck, waarbij ze geschrapt worden uit het BIG-register, verblijf ik,
Gerrit Willem Lensink
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
Beslissing d.d. 8 december 2015 naar aanleiding van de op 16 september 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
Lensink, wonende te Winterswijk,
klager
– tegen –
R. TONNEYCK, S.GEMSA, S. BLOK, werkzaam te Warnsveld,
aangeklaagde
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Klager heeft een klaagschrift ingediend voorzien van bijlagen en, na schriftelijke vragen van de secretaris, een aanvullend klaagschrift.
2. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE
Op grond van artikel 65 lid 2 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in samenhang met artikel 4 van het Tuchtrechtbesluit BIG (Tuchtrechtbesluit) moet het klaagschrift voldoen aan de in dat besluit genoemde eisen. Op grond van artikel 5 van het Tuchtrechtbesluit wordt de klager / klaagster in de gelegenheid gesteld de gebreken in het klaagschrift te herstellen. Indien klager / klaagster de gebreken in het klaagschrift niet of onvoldoende herstelt, wordt klager / klaagster op grond van artikel 66 lid 4 Wet BIG niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Nu het inleidend klaagschrift niet aan de daaraan te stellen eisen voldeed, is namens de secretaris van het college klager op 29 december 2015 een brief geschreven, waarin hij werd uitgenodigd de in die brief gestelde vragen te beantwoorden om zodoende de gebreken te herstellen.
Klager heeft daaraan echter in het aanvullend klaagschrift niet of onvoldoende voldaan. De aanleiding voor de klacht is, naar het college begrijpt, gelegen in een uitnodiging van klager voor een gesprek om te beoordelen of een verzoek moet worden gericht aan de officier van justitie om een BOPZ-machtiging te verkrijgen. Klager beschouwt psychiaters die te maken hebben met toepassing van de Wet BOPZ kennelijk als kwakzalvers die valse diagnoses stellen, zoals in de vroegere Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland, en de patiënten en de zorgverzekering oplichten. Het stellen van valse diagnoses zou volgens de klager zijn toegegeven in een brief, die een klager echter niet overlegt. Verder verwijst naar klager naar een gigantisch dossier met betrekking tot zowel GG-Net als de gemeente, zonder dit over te leggen en aan te geven wat het verband is met de onderhavige klacht. Voorts betrekt klager allerlei bekende en minder bekende gebeurtenissen bij deze klacht, zoals de vermissing van Manuel Schadwald. De relatie tussen de overige overgelegde stukken en een mogelijk tuchtrechtelijk relevant handelen van de aangeklaagde is niet duidelijk.
Al met al komt het erop neer dat klager een bepaalde verwachting heeft van hetgeen zou gebeuren als hij gevolg zou geven aan de uitnodiging (hetgeen hij niet heeft gedaan) waarbij hij zich baseert op allerlei algemeenheden die zo zonder meer niet te volgen zijn en die hij niet onderbouwt. Een aangeklaagde is niet in staat om zich hiertegen te verweren en het college is het bij deze stand van zaken niet mogelijk om een gefundeerd oordeel te geven over de klacht.
Bij deze stand van zaken dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.
3. DE BESLISSING
Het college verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus gedaan in raadkamer op 8 december 2015 door MR AL Smit, voorzitter, JM Komen en dr. ANH Weel, leden-artsen, in tegenwoordigheid van MR JW Sijnstra-Meijer, secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij / zij niet ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.
Geachte heer Kempers,
In mijn junk e-mail vond ik vandaag opeens deze e-mail, die ik beschouw als stalking van u en van jullie organisatie! Graag wil ik er onverwijld aangifte en een strafrechterlijke aanklacht van doen bij de politie, want in principe is het versturen van drie e-mail berichten voldoende om u te laten veroordelen voor stalking!
Reeds eerder heb ik aan het Medisch Tucht College in Zwolle betreffende lopende en eerdere klachten en ook duidelijk aan jullie organisatie aangegeven, niet gediend te zijn van jullie wanpraktijken en jullie kwakzalverij organisatie, waardoor ik contact heb moeten opnemen met mijn advocaten en nu tijdelijk zelfs mijn uitkering ben verloren en actie heb moeten ondernemen in de moordzaak Manuel Schadwald, gepleegd door Joris Demmink en Leo van Gasselt onder andere!
De geneesheer-directeur kan mijn advocaat Heijkant direct via e-mail en verder de advocaten van Veem Advocaten via het Medisch Tucht College schriftelijk laten weten, hoe jullie mijn schadeclaim, ook bij en aan Menzis terug gaan betalen, als ook mijn persoonlijke schade, die jullie hebben aangericht in 2009 door complete overtreding van de Wet BOPZ, hetgeen jullie trouwens veel vaker doen en ook in augustus 2015 hebben geprobeerd, vlak voor Prinsjesdag!
Hierover is zelfs zoveel onvrede bij mij, dat ik mijn zorgverzekering recentelijk heb opgezegd na een veelfout aan klachten hierover, waarbij jullie organisatie en de politie in 2009 de volledige BOPZ wet hebben overtreden! Al eerder heb ik aangegeven, dat wij het nieuwe verzet en de nieuwe joden in Nederland zijn, de personen die niet corrupt, maar waarheidsgetrouw, vrijheidslievend en nog behoorlijk rechtvaardig zijn en dat jullie kwakzalverij organisatie een voorloper is van de vroegere concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog, wat dit betreft herhaalt de geschiedenis zich, immers werden communisten en sociaal democraten ook in de jaren dertig van de vorige eeuw opgesloten in psychiatrische inrichtingen, de latere CONCENTRATIEKAMPEN!
Mijn huidige e-mail, als ook mijn klachten en aanklachten bij het Medisch Tucht College mag u en alle leden van uw kwakzalverij organisatie zien als een anti-stalkingsbrief en ik ben niet gediend van uw of jullie waanzinnige stalkingspraktijken en zelfs lastercampagne! Hopelijk bent u hiermee voldoende op de hoogte gesteld en hoepelt u verder op uit mijn buurt, want u heeft geen ziekte inzicht en ziektebesef bij u zelf en bent gevaarlijk voor mij en mijn omgeving is gebleken en ga lekker zelf op de gesloten afdeling zitten, als u er zo een fan van bent en van die vreemde waanideen hebt over of beter met de DSM als ook een heilig geloof in de psychiatrie kwakzalverij met schadelijke dodelijke middelen en dit ook nog ziet als “hulpverlening”. Ik eis per omgaande een schadevergoeding voor allerlei onrechtmatig daden, als ook de arrestatie van Joris Demmink en Leo van Gasselt voor aanwezigheid en betrokkenheid bij de moord op de 14 jarige Manuel Schadwald in 1994, excuses en berisping en veroordeling van al jullie kwakzalvers en zo nog een aantal heel behoorlijke zaken, WAAR IK RECHT OP! LAAGachtend, hopelijk zijn jullie kwakzalverij wanpraktijken binnenkort verboden en TOT NOOIT,
Erwin Lensink
DE RODE DRAAD – EEN POLITIEK HISTORISCHE ROMAN – VER.HET MUSEUM – HENK KROSENBRINK
Gradus Kobus (Winterswijk 28-08-1879 – Neuengamme 22-02-1942). Gradus Kobus woonde op een kleine boerderij in Meddo, was metselaar van beroep en dreef een grenswinkeltje voor Duitse klanten. Begin jaren ’20 zei hij de SDAP vaarwel en werd actief lid van de CPH, omdat hij dacht dat deze partij meer zou doen voor de arbeiders. Nadat in 1933 Hitler in Duitsland aan de macht was gekomen, kwamen veel vluchtelingen de grens over. Daarmee kregen vooral het joodse volksdeel en de plaatselijke afdelingen van de communistische partij te maken. Zij onderkenden als eersten de dreiging van het nazidom en kwamen ertegen in verweer. Gradus Kobus, als politiek voorman van de afdeling Winterswijk van de CPH en als sociaal mens, waarschuwde voor die dreiging en verzette zich tegen de gevolgen ervan. Dit verzet moest hij uiteindelijk met de dood bekopen. Deze roman is een hommage aan een bijna vergeten verzetsman.
Grensgevallen : vluchtelingen tussen 1933 en 1940
Om te kunnen begrijpen waarom tussen 1933 en 1940 mensen uit Duitsland naar Nederland willen vluchten moet men zich eerst op de hoogte stellen van de politieke ontwikkelingen in Duitsland in die jaren. Dat Hitler en zijn Nazi-partij in 1933 aan de macht komt, dat communisten worden opgepakt, dat weldra alle oppositiepartijen worden verboden maar vooral dat maatregelen tegen Joden het karakter vertonen van poging tot uitroeiing, het is hier allemaal terug te vinden. Nederland is van oudsher een toevluchtsoord voor vluchtelingen. Dat is vanaf 1933 niet meer vanzelfsprekend. De politieke discussies daarover en de beperkende verordeningen die daaruit voorvloeien worden op de voet gevolgd. Het helpen van vluchtelingen is het werk geweest van zeer gemotiveerde particulieren, meer tegengewerkt dan gesteund door de landelijke of gemeentelijke overheden. Dat geeft beklemmende verhalen. Enkele lichten we eruit. Voor de schrijver zijn de belangrijkste bronnen de Winterswijksche Courant, de Aaltensche Courant, De Graafschapper en politierapporten. De Winterswijkse afdeling van de CPH (Communistische Partij Holland), voorganger van CPN, heeft goede contacten met geestverwanten van over de grens. Communisten uit Duitsland mogen niet op Winterswijks grondgebied worden toegelaten. Burgemeester Bosma heeft het opgedragen en inspecteur Feberwee is de ijverige uitvoerder. Gradus Kobus, de belangrijkste voorman van de CPH en eigenaar van een winkel in het kerkdorp Meddo vlak bij de grens, is het middelpunt van allerlei verwikkelingen rond vluchtelingen. Hem overkomt in 1934 een roofoverval die veeleer een nazi-overval kan zijn geweest. Duitse politie is bij het onderzoek betrokken. Het blijft onopgelost. Op 4 april 1933 wordt in Winterswijk opgericht een ‘Comité voor Joodsche vluchtelingen’. Er komt een stroom vluchtelingen op gang. Velen worden direct weer over de grens gezet. Leden van het comité kunnen soms iets regelen. Er komen bekladdingen voor van Joodse panden. Dat is het werk van de fascistische splinterpartij NSNAP. In Winterswijk vindt in juli 1936 een overval plaats op Mozes Kan, lid van het bovengenoemde comité. Het spoor van de daders leidt naar NSNAP-figuren. De CPN roept in een manifest op tot een protestvergadering. Zes verdachten zijn gearresteerd; ze worden al gauw weer vrijgelaten. Ondertussen worden Winterswijkse communisten scherp in de gaten gehouden voor het mogelijk voorthelpen en verbergen van vluchtelingen in het kader van ‘Internationale Roode Hulp’, IRH. Worden in sommige gevallen vluchtelingen die in hun eigen onderhoud kunnen voorzien nog toegelaten, na de ‘Anschluss’ van Oostenrijk bij Duitsland, maart 1938, staat in een circulaire van minister van Justitie Goseling: ‘Een vluchteling zal voortaan als een ongewenscht element voor de Nederlandsche maatschappij en derhalve als een ongewenschte vreemdeling te beschouwen zijn, die derhalve aan de grens geweerd, en binnenslands aangetroffen, over de grens gebracht zal moeten worden.’ Op station Winterswijk worden vijf Oostenrijkse vluchtelingen met hardhandig politieoptreden weer op de trein gezet naar Borken. De ‘Kristallnacht’, 9 november 1938, is de ergste massale geweldpleging in de jaren dertig tegen de Joden in Duitsland. Honderden synagogen en Joodse winkels worden in brand gestoken of stukgeslagen. Beschreven wordt hoe die woestenij zich voltrekt in zes plaatsen vlak over de grens. Al met al worden tienduizenden Joden in concentratiekampen opgesloten. Er is een toename van vluchtelingen te constateren getuige ook de verslagen van enkele personen in het bijzonder. De Nederlandse politiek kan niet meer om de vluchtelingenproblematiek heen. In een circulaire van minister Goseling van 12 november wordt enige ruimte geboden voor hen die wegens direct gevaar voor lijf of leden (….) met achterlating van hun have en goed naar Nederland zijn gevlucht. 7000 nieuwe vluchtelingen mogen worden opgenomen. Eind november richten de kerkenraden van de hervormde gemeenten in Achterhoek-Oost zich tot de raad van ministers met het verzoek tot ‘tijdelijke verlening van asylrecht aan Joodse vluchtelingen te willen besluiten’. De eerste ondertekenaar is de Winterswijkse predikant Roobol. Pikant detail is dat bij de opsomming van de plaatselijke kerkelijke gemeenten bij Bredevoort tussen haakjes vermeld staat: in meerderheid. In Dinxperlo wordt in november 1938 een speciaal comité opgericht om hulp te bieden aan hen die vanwege ras of geloof worden vervolgd. Voorzitter is burgemeester Verbeek. Het valt op dat veel Duitse Joden worden toegelaten en het verstrekken van verblijfsvergunningen is nou juist het werk van de burgemeester. Gedwongen ziekteverlof per eind december 1938 wordt gevolgd door schorsing en ontslag. Hij moet zelfs voor de rechtbank verschijnen en in hoger beroep voor het gerechtshof. In beide gevallen volgt vrijspraak. De affaire laat vele inwoners van Dinxperlo niet los. Een actie tot eerherstel van Verbeek in 1988 leidt in 1990 tot het Koninklijk Besluit “aan het ontslag (…) het predicaat ‘eervol’ toe te voegen.” Karel Nihom, actief lid van het Winterswijkse Joodse vluchtelingencomité, is vaak de contactpersoon met de marechaussee en de plaatselijke politie. Als op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt wordt de grens hermetisch gesloten. Er komt geen vluchteling meer binnen. In november wordt hem het verblijf in het grensbewakingsgebied ontzegd. Op 14 mei 1940 pleegt hij zelfmoord. Nadine Rosen, een Jodin die uit Berlijn vlucht, arriveert in februari 1939 met vier koffers in Aalten. Dat kon dankzij twee tussenpersonen. Zij reist door naar Amsterdam. De koffers zullen worden nagestuurd. Dat gebeurt niet en dan volgt een verslag waaruit blijkt dat de beide heren al een stevige vergoeding hebben opgestreken maar hun beloften niet nakomen. Daartegenover staan de voorbeelden van grensbewoners in ’t Woold en Kotten die zonder meer vluchtelingen begeleiden naar een adres in Winterswijk. Circulaires en brieven uit Den Haag of afkomstig van het gerechtshof in Arnhem uit de jaren 1939 en 1940 onderstrepen het uitgangspunt dat vluchtelingen worden geweerd. Emigreren via Nederlandse havens mag alleen via een Nederlandse rederij. Tot slot het geval Friedrich Wolf uit Essen, 14 jaar. Hij is in Aalten met vakantie met een bezoektermijn van dertig dagen. Zijn vader is hier al met een tijdelijke verblijfsvergunning in afwachting van de laatste benodigde papieren om te kunnen emigreren. Toch wordt Friedrich op 9 oktober 1939 over de grens gezet, aldus een melding van burgemeester Monnik. GK
GRADUS KOBUS
Gradus had nooit geweten dat een oorlog zo gemakkelijk begon. Zo ging het tenminste in Meddo. In de nacht van de 10de mei werden hij en Leida wakker van vliegtuiggeronk. Het was een enkele keer vaker voorgekomen dat een Duits vliegtuig de grens schond, maar dit geluid was veel massaler. Het was een monotoon, massaal gedreun. Net alsof tientallen vliegtuigen overvlogen.
“Oorlog,” schoot het door hem heen. “De Duitsers”.
Ook Leida had dezelfde gedachte. Ze zaten even rechtop in bed en luisterden intens. Toen het gebrom bleef aanhouden, stapten ze uit bed en gingen in hun nachtkleren buiten kijken. Het was nog te donker om iets te zien, maar het gedreun boven hun hoofd klonk nu duidelijker. Op de weg was alles rustig. Van de kant van de grens hoorden ze geen geluid van schieten of van zwaar vervoer. De meisjes en Albert kwamen nu ook uit bed. Met z’n allen bleven ze luisteren.
“Vervloekte moffen,’ schold Albert. “Gerrit”, zei Leida. “Hoe zou het hem vergaan? Al die vliegtuigen. Die hebben toch bommen bij zich? Als ze maar niet….”
“Misschien zijn ze op weg naar Engeland,” opperde Gradus tegen beter weten in. “Zijn ze niet eens voor ons bestemd en vliegen ze alleen maar over.”.
Tegen de tijd dat de radio-uitzendingen begonnen, draaiden ze de radio aan. En meteen wisten ze dat het op Nederland was gemunt. En ook dat de Duitsers Belgie waren binnengevallen. Langs de grens waren al gevechten uitgebroken, in Limburg en bij Nijmegen. Er waren ook parachutisten geland in de buurt van Den Haag. Maar het leger verdedigde zich dapper en van regeringszijde was er al heftig geprotesteerd tegen de grensschendingen.
De radio bleef die morgen aanstaan en niemand ging naar zijn werk.
Ze bleven allemaal thuis en het werd een vreemde dag. Verder weg was er oorlog, maar hier vlogen de vogels als elke andere morgen en de eenden scharrelden net zo naar voer als op andere dagen. Zelfs de kippen leggen gewoon hun eieren. Gradus zat met zijn oor aan de radio gekluisterd. Tot het Leida haast te veel werd.
“Ga toch eens naar buiten, je kunt toch niet de hele dag met je oor in de radio zitten. Daar wordt een mens toch stapelgek van? Al die jongens daarginds…… Doe wat,” zei ze feller dan de bedoeling was. Dat kwam, omdat ze zelfs de hele tijd aan Gerrit moest denken, die nu misschien wel met de Duitsers in gevecht was. Gradus ging naar buiten en lummelde wat rond. Maar hij had z’n gedachten er niet bij.
‘Oorlog. Nederland was nu werkelijk bij de oorlog betrokken. Wat hij altijd gevreesd had was nu werkelijk gebeurd.” Eigenlijk kon hij het nog niet helemaal begrijpen.
“Ik ga in het dorp kijken,” zei Albert na het middageten. Hij hield het thuis niet meer uit. Je hoorde hier niks en je zag hier niks. Hij wilde weten wat er in het dorp gebeurd was, of er iets te zien was. Het waren Duitsers, dat begreep hij wel, maar wat hield dat in? Maar hier was niets te beleven.
Zijn moeder maakte eerst nog wat tegenwerpingen. Zou het daar niet gevaarlijk zijn? Maar Albert zette zijn zin door en eerlijk gezegd zou Gradus ook graag zijn gaan kijken. Maar hij begreep dat hij de vrouwen niet alleen in huis kon laten. Ze waren bezet, maar in Meddo was geen Duitser te zien. En hoe was het aan de grens? Misschien dat hij daar toch nog even ging kijken. Wat daar was gebeurd. Opeens schoot het hem te binnen, dat op het station op de goederenafdeling nog een zending tabak lag, die hij in Zutphen had besteld voor de winkel. Hij had die tabak een dezer dagen willen ophalen.
“Ga daar even kijken of die tabak er ligt. En breng die dan mee, voordat de moffen dat spul in beslag nemen. Maar kijk uit of je daar zo maar in mag. Je kunt niet weten of het station al gesloten is.
Het leek Leida niks, maar Albert was allang blij dat hij nu een goede reden had om naar Winterswijk te gaan. Hij sprong op de fiets en was al weg. Het werd een lange middag. Maar tegen vijven kwam Albert terug met de tabak.
“Ik kon dat spul zo krijgen, de zending lag al klaar. Ik heb betaald en heb het spul meegenomen.”.
“Hoe was het daar?” vroeg Gradus. “Nu rustig. Maar vanmorgen in alle vroegte is er een pantsertrein door Winterswijk gekomen. Die kwam van Borken met een soort padvinderslocomotief voorop.”
“Een padvinderslocomotief?” vroeg zijn vader.
“Ja, die moest de spoorbaan verkennen. Of de trein vol met soldaten wel door kon rijden. Ze waren op weg naar Zutphen. Daar zouden ze over de IJsselbrug moeten gaan, wist de man van het goederenloket mij te vertellen.
Ze hadden nog gauw de wissel omgegooid.Maar dat hadden de Duitsers snel verholpen. De trein is zo doorgestoomd. De chef had alleen maar de andere stations gewaarschuwd dat de trein eraan kwam. Maar toen hadden ze hem met een revolver bij de telefoon vandaan gehaald. ‘Sabotage’hadden ze dat genoemd. Nu stonden alleen nog maar een paar soldaten op wacht. Binnen. Ik heb ze niet gezien, maar die man zei dat.”
“Ze hebben de brug in Zutphen laten springen,” zei Gradus. “En ook bij Arnhem, daar was ook een trein. Bij Zutphen vechten ze nog. De Duitsers kunen niet over de IJssel. Dat zeiden ze op de radio.”
“In het dorp staan een paar auto’s met soldaten. Ze vertellen dat er op de markt zo’n wijf was, die aan de Duitsers chocolade had gegeven. Ze waren van harte welkom, moet dat mens hebben gezegd. En dokter Manschot is al met de Duitsers in aanvaring geweest. Ze hadden een pamflet op de kerkdeur geplakt en dat heeft hij er weer afgescheurd. Ze moeten hem daarover flink hebben uitgevoeterd. In Winterswijk is niet gevochten en ook niet aan de grens. In Kotten zijn ze allemaal gevangen genomen. Hier van Huppel hebben ze weg kunnen komen en hoe het in het Woold is gegaan weet ik niet. Het was een dooie boel in het dorp. Ik ben ook nog even naar de fabriek geweest. Morgen wordt er niet gewerkt. De halve dag voor Pinksteren. Misschien dinsdag weer, maar dat horen we nog. De scholen waren vandaag ook allemaal gesloten. Ze vertelden ook dat dokter Bos ondergedoken zat. Die was bang dat ze hem zouden arresteren.”
“De Duiters?” vroeg Mientje naief.
“Nee, de Winterswijkse politie natuurlijk. Er was al een paar dagen alarm en in Nederland hebben ze overal NSB-ers opgepakt en vastgezet. En Bos was benauwd dat ze hem ook gevangen zouden nemen. Hij moet ergens in Kotten hebben gezeten, maar nu was hij weer terug, zeiden de mensen.”
Het was een heel verhaal. Waarheid en geruchten, zoals ze de ronde deden in het dorp. Maar ze wisten nu gelukkig iets meer.
Tijdens de avond-uitzending hoorden ze dat de Duitse luchtmacht enorme verliezen had geleden. Er waren 110 vliegtuigen neergeschoten. Sommigen vol met parachutisten die te pletter waren geslagen. Nederland hield dapper stand en de regering hield het hoofd koel. Maar de opmars van de Duitsers vorderde wel. Engeland en Frankrijk echter hadden steun beloofd en zouden ons spoedig komen helpen.
“Dat redt Duitsland nooit, ” was het commentaar van Albert, “desnoods gaan we achter de waterlinie zitten, daar kunnen ze nooit door.”
“En erover heen dan?” vroeg Gradus cynisch. “Die vliegtuigen dan, met die parachutisten? Nederland is een klein land en we weten niet wat oorlog is.
Ik zie het somber in.”
Het werden vreemde pinksterdagen. Aan de Grebbe werd hevig gevochten en de Duisters rukten door Brabant op naar Dordrecht en Rotterdam. Ook in Belgie woedde de oorlog hevig. De Fransen waren te hulp geschoten, maar de Duitsers lieten zich niet afschrikken.
Dinsdagmiddag rond etenstijd werd Rotterdam plat gebombardeerd. Tegen alle gemaakte afspraken in. Rotterdam brandde en na de middag maakte de regering bekend, dat Nederland capituleerde voor het geweld. Nederland gaf zich over. De ministers weken uit naar engeland en ook de Koningin met haar hele familie verliet het land.
“Een soort verraad,” vond Gradus in eerste instantie. Niet dat hij zo koningsgezind was, maar hij vond dat ze bij haar volk had moeten blijven nu dat in de problemen zat. Dat was niet alleen zijn mening in die dagen. Men voelde zich over het algemeen in de steek gelaten.
In Zeeland werd nog gevochten, tot ook Middelburg plat werd gegooid en daar de weerstamd eveneens ophield. Na vijf dagen was Nederland overweldigd en een bezet land. Net als Polen, Denemarken en Noorwegen. En de Duitse legers stootten door naar het hart van Frankrijk en veegden langs de kust van de Noordzee om de Engelsen te beletten naar hun land te ontsnappen. Het was een vreemde ervaring. Hier was niets kapot, maar elders lag alles in puin. In Wageningen en Rhenen en in Rotterdam. En Nederland rouwde.
Ze hadden nog niks gehoord van Gerrit. Een week na de capitulatie kwam er echter een briefkaartje van hem.
“Ik maak het goed,” schreef hij. “Ben krijgsgevangen en we gaan op weg naar Duitsland.”
Een maand later was hij weer terug. Gezond en wel. Alleen een beetje vermagerd en met een baard. Ze hadden het niet zo best gehad in het kamp in Neu-Brandenburg.
“Toen we weggevoerd werden,” zei hij, toen hij bij Gradus en Leida op bezoek was, “had ik zo uit de trein kunnen springen. We kwamen van Arnhem over Winterswijk en in de bocht bij Zwanenberg reed de trein stapvoets. Ik heb het maar niet gedaan, want we werden zwaar bewaakt. Maar toch. Nou, afijn, ik ben er weer en over een paar dagen ga ik weer aan het werk. We pakken het leven van alledag weer op. Dat is het beste. En die moffen….” Hij zweeg.
Over het korte gevecht bij Brummen wilde hij niks zeggen.
Het dagelijks leven begon weer op gang te komen. Iedereen ging weer naar zijn werk, maar in zestien Winterswijkse gezinnen werd er gerouwd om de dood van een gesneuveld familielid. Er was ook een jongen uit Ratum gesneuveld en een uit Huppel. Gradus kende de ouders wel en het was voor hen een enorme klap. Alle anderen waren gezond teruggekomen, alleen hun zoon niet.
Politiek gezien was het afwachten geblazen. Wat zouden de Duitsers in Nederland doen met hun verwoede tegenstanders/ Zouden ze de CPN-ers aanpakken, ondanks het verbond met Rusland? Gradus wist het niet.
Er bestonden twee stromingen in de partij, hoorde ij. Er moest rekening gehouden worden met de brede massa van het volk. Wat dachten die van de Duitsers? De politieke aanvallen op Engeland moesten worden gestaakt en men moest niet langer afgeven op het koningshuis. Daarbij was het zaak aansluiting te zoeken bij anti-Duitse groeperingen, dat was de ene visie. Die van paul de Groot, de machtigste man in de partij, was dat men geen nationale leuzen moest overnemen. De eigen identiteit van de partij moest nog onderstreept worden en als er acties gevoerd moesten worden, zou dit zelfstandig dienen te gebeuren. De CPN zou zich blijven isoleren van anderen. Er moest worden getracht de Duitsers legaal te bestrijden. Vanaf eind juni verscheen het Volksdagblad weer en ook het maandblad Politiek en Cultuur.
In het eerste nummer van het Volksdagblad werd de schuld van de vijfdaagse tragedie – zoals de krant schreef – geheel gelegd bij Engeland en ons eigen kapitalistische systeem. De sociaal-democratische leiders hadden ons land naar de afgrond gebracht. Er werd geen woord kritiek geuit op Duitsland. Wel stond er een zin in het artikel, dat geschreven was door De Groot, die Gradus met verbazing vervulde. “Het Nederlandse volk had steeds en heeft ook thans slechts belang bij vriendschap en vrede met het Duitse volk, evenals met andere volken.”
“Met het Duitse volk? Ja,” zei hij tegen Leida, toen hij het las. “Met de nazi’s? Nee!”
Een paar dagen later echter was het al gedaan met het volksdagblad. De publicaties van de CPN werden verboden.
Begin juli kwam de top van de CPN in Amsterdam bijeen. Besloten werd om het partijbestuur op te hevven en de partij illegaal weer op te bouwen. Op 20 juli werd de CPN door de Duitsers verboden en alle partijgebouwen werden bezet en gevorderd.
Maar ze waren al leeg en verlaten en het bestuur was ondergedoken. Gradus had deze zaken zijdelings vernomen en via de geijkte kanalen had hij het bevel gekregen alle stukken betreffende de plaatselijke afdeling Winterswijk te vernietigen. Ledenlijsten, correspondentie en zo meer. De CPN Winterswijk bestond alleen nog illegaal. Er moesten cellen worden gevormd van vijf man en de strijd ging nu tegen de bezetter, tegen de Nederlandse autoriteiten en het Britse imperialisme.
Het was weer een plotselinge ommezwaai in de partijlijn. Op de dag dat de partij verboden werd, kreeg hij bezoek van de Winterswijkse politie. Van der Goore en Van Drie. Het was zaterdag en Gradus was thuis.
“Wij komen in opdracht van de Commissaris van de Koningin, ” zei van der Goore plechtig.
“Geeft die dan opdrachten?” vrieg Kobus ironisch. Hij wist al waarvoor ze kwamen. Ze waren diezelfde morgen ook bij kruse en een paar anderen geweest. Hij was al gewaarschuwd.
‘Hoe bedoel je?” vroeg Van der Goore, die als oud-marechaussee weinig grapjes verstond.
“De koningin zit toch in Engeland?” zei Gradus. ” En de Duitsers zijn hier de baas. Je zult wel uit naam van de Duitsers komen. Als je dat nu zegt, dan weten we waar we aan toe zijn.”
Van der Goore ergerde zich. Altijd die discussies. Ze kwamen de zaak doorzoeken. En al dat gepraat…. Hij ergerde zich ook omdat het inderdaad een opdracht van de Duitsers was, die via Arnhem was verstrekt.
“Wij zijn op zoek naar communistisch materiaal, ” lichtte Van Drie toe. “Jullie partij is verboden en nu moeten wij de ledenlijsten, de verslagen van de vergaderingen, de correspondentie en zo meer in beslag nemen. Dat zou allemaal bij jou zijn. ”
“Wie zegt dat?” vroeg Gradus.
“Jij had toch de leiding over de plaatselijke afdeling, waar anders?”
“Er waren meer leden dan ik alleen en ik ben nooit secretaris geweest.’
“Ons is gezegd dat die spullen hier zijn. Draai er niet omheen, man. We weten al dat het niet bij de anderen ligt. Bij Kruse, bij Van der Plaats of bij Te Poele. Die hadden niks.”
“Daar zijn jullie dus al geweest,” vroeg Gradus naar de bekende weg.
“Zeyr niet,man,” viel van der Goore uit. “Kom op met die spullen. Wij worden ook maar gestuurd. Maak het toch niet zo moeilijk. Je wilt tocj niet dat we het hele huis doorzoeken?”
“Er mocht weer eens een man onder het hooi zitten,” schamperde Van Drie.
“Dan zouden wij die ook vinden en daar hebben ze ons niet voor gestuurd.”
De kaarten waren geschud. Gradus wist hoe de stemming van de agenten was. Ze hadden helemaal geen zin in die opdracht, maar ja, die bezetter…….
En wat konden zij daar tegen doen?
“Kom binnen,” zei Gradus, “de vrouw zal wel koffie hebben. Jullie hebben al een hele tocht gemaakt.”
Leida had inderdaad koffie. Ze had met een half oor gehoord wat de agenten wilden.
Ze moest inwendig een beetje lachen. Alles was verbrand. Vernietigd, zoals het partijbestuur dat bevolen had. Er viel niets meer te halen. Ledenlijsten bestonden niet meer en van de Rode Hulp was nooit een letter op paier gekomen. Ze dronken gezamelijk koffie.
‘Ik heb niets meer,’ zei Kobus toen ze klaar waren. ‘Alles heb ik verbrand. Drie weken geleden. In opdracht van de partij. De partij is opgeheven. Al voordat ze verboden was. De CPN bestaat niet meer, in Nederland niet en in Winterswijk niet, dus…..”
Hij keek de beide agenten aan. Zijn snorharen trilden een beetje. Hij had inwendig plezier. Dit was ook te verwachten geweest. Uit zichzelf zou hij ook alles hebben opgeruimd. Maar verbranden was beter.
“Zo,” zei Van der Goore, “zo…. ,nou afijn. Als dat zo is, dan is dat zo. Waar niets is, daar heeft zelfs de keizer zijn recht verloren. Dan kunnen wij dat melden op het bureau. En aan de Commissaris van de Koningin.” Dit laatste zei hij heel nadrukkelijk.
Van Drie was nog niet telemaal tevreden. “We moesten ook communistische geschriften meenemen en alles wat aan de partij heeft toebehoord. Jullie hadden toch indertijd die schalmeiengroep? Waar zijn die instrumenten?
“Wil de commissaris muziek maken? Vroeg Gradus spottend, “die instrumenten hebben ze toch indertijd gestolen, dat weten jullie toch ook wel?”
“Niet allemaal,” zei Van Drie hardnekkig.
Van der Goore ergerde zich aan zijn collega. Ze hadden allang weg kunnen zijn. Ze hadden hun opdracht vervuld en daarmee basta.
“Er liggen er nog drie,” gaf Kobus toe.
“Dan zullen we die moeten meenemen,” stelde Van Drie vast. Nu ergerde Gradus zich ook. Hij had er in tijden niet naar omgekeken. De groep was allang ter ziele. Daar had Gerit zich vooral mee bemoeid. Maar die woonde hier niet meer en de instrumenten waren in de kast op de deel blijven liggen.
“Ik zal ze halen,” zei hij kortaf en liep naar de deel. Van Drie ging met hem mee. Van der Goore bleef aan tafel zitten. Die maakte zich niet meer zo druk. Die was bijna aan zijn pensoien toe en daar was hij blij om. Hij wilde liever niet de loopjongen zijn van de Duitse machtshebbers. En die kant ging het op. Dat had hij al lang begrepen.
Gradus haalde de instrumenten uit de kast en blies het stof er af. Van Drie wierp een blik in de kast. Er stond een rij boeken op een plank. “Wat zijn dat voor boeken? vroeg hij. Hij pakte er een van de plank. Zonder het antwoord van Gradus af te wachten. “Karl Marx, Das Kapital,” las hij. Er ging hem opeens een licht op. “Die Marx was toch een communist?” vroeg hij.
“Dat kon best wel eens wezen,” antwoordde Kobus, “communist nog voordat de partij bestond.”
“We moesten alle communistische lectuur meenemen,” zei Van Drie, “haal de rest er ook eens uit.” Onwillig voldeed Gradus aan dit verzoek. Het was zijn bibliotheek die hij in de loop der jaren verzameld had. Vooral in de beginjaren. Het waren een twaalftal boeken. De meeste getuigden van een intensief gebruik. “Zwertboek,” las Van Drie, “Mijn reis door Rusland”. Dat is er ook een,” zei hij. Zwertboek was secretaris geweest van de vara en had een reis gemaakt door Rusland. Hij had gebroken met de socialisten.
Voor hem was de Sovjet-Unie ook een heilstaat geworden. Hij had een keer een lezing voor de plaatselijke afdeling van de CPN gehouden. Toen had Gradus het boek van hem gekocht. Hij leurde er ook mee.
“Neem alles maar mee,” zei hij nors, ” als je denkt dat dat moet. Is het niet goed, dan krijg ik ze wel terug. Misschien kun je er zinnige dingen in lezen als je even tijd hebt op de wacht.”
“Ik lees andere dingen,” zei Van Drie, “we moeten dit toch in beslag nemen.”
Gradus liet hem de hele stapel dragen. “Wat een onzin, die boeken.” Maar ze waren van hem, niet van de partij. Niet dat hij er nog veel in las, maar hij ergerde zich toch.
“Dit hebben we ook nog gevonden,” zei Van Drie tegen Van der Goore.
“Communistische lectuur. En die muziekinstrumenten. Dat moeten we allemaal meenemen.”
“Ik hoop dat jullie grote fietstassen hebben,” schamperde Gradus,” anders moeten jullie nog een keer rijden.”
Van der Goore liet Van Drie alles naar de fietsen dragen. Hij stak geen hand uit. ‘Dienstklopper,” dacht hij. “Was dit nu nodig?” Maar ja, hij kon ook niet zeggen dat die zaken hier moesten blijven liggen. Hij kon zijn collega ook niet afvallen.
“Bedankt voor de koffie,” zei hij bij het weggaan. “En als dit allemaal niet nodig is, dan zal ik zorgen dat alles weer terug komt.” Toen gingen ze. Kobus keek hen na.
“Mijn hele bibliotheek, zomaar opgehaald. Zonder meer.” Hij werd langzamerhand toch kwaad.
“Wie had hiertoe het recht? Het waren zijn boeken.
Tja, die muziekinstrumenten, die waren van de partij geweest. Maar dit was diefstal. Diefstal door de overheid, die nu al kroop voor de Duitsers. Dit was het begin…..”
De oorlog kwam al heel snel dichterbij. Op 21 juni vielen de eerste bommen aan de Morgenzonweg en er waren drie doden te betreuren. Het was duidelijk dat een deel van de oorlog vanuit de lucht zou worden gevoerd. Dat gold ook voor de Duitsers, die de Engelse steden bombardeerden en aan stalten maakten om Engeland met een invasievloot op de knieen te krijgen, nu Frankrijk gecapituleerd had. Door de successen van de Duitse legers nam het aantal leden van de NSB – die nu duidelijk met de bezetter sympathiseerden – sterk toe. Ook in Winterswijk. Door de oude politieke garde werden ze smalend “de meikevers” genoemd. De politiek van de diverse partijen en haar activiteiten werden zwaar beknot. Maar een nieuwe groepering – de Nederlandse Unie – werd getolereerd en aanvankelijk gesteund door de bezetter. De toeloop was groot, omdat ze deels tegen de NSB was gericht. De Duitse bezetter keek meesmuilend toe. De CPN was in de illegaliteit gegaan, waarbij diegenen die het minst als communist bekend waren, vooral bij de diverse acties werden ingeschakeld. De catergorie waartoe ook Kobus behoorde, was door de acties van voor de oorlog te bekend geworden om veel te kunnen uitrichten. Ze werd bewust buiten veel zaken gehouden. Wel hadden ze, zoals de partijleiding verordonneerd had, kleine cellen gevormd met aan de top een vetrouwensman , die het contact met de anderen onderhield. Gradus en zijn zoon Albert behoorden tot verschillende groepen om eventuele problemen te voorkomen, wanneer een lijn zou worden opgerold. De groepen “sliepen” echter voorlopig. Kruse had bij geruchte iets vernomen en toen hij Gradus in het dorp tegenkwam, – ze zagen elkaar nog maar sporadisch – had hij gezegd: “Houd mij buiten alles. Ik wil niks weten, ik word nog steeds in de gaten gehouden en wat ik niet weet, kan ik ook niet vertellen.”
Gradus had met hem te doen, maar hij was niet van plan om Kruse nog eens in te schakelen. Dat adres was ‘besmet.’ Eind november verscheen het eerste illegale blad van de partij, De Waarheid. Het was vooral Paul de groot die de artikelen schreef aan de hand van de richtlijnen die nog steeds uit Moskou kwamen.
“Het Duits imperialisme mag niet winnen,” schreef De Groot.
“De Nederlandse arbeiders worden dubbel uitgebuit. Door de eigen kapitalisten en door de Duitse kapitaaltrusts. En als Engeland de oorlog wint dan keert het hardvochtige regime van Colijn terug, dat van de Engels gezinde uitzuigers. Nederland mag geen kolonie worden, noch van Duitsland, noch van Engeland. Het fascime mag er niet heersen, er mag geen rassenhaat zijn en de gemeenschap met de bezettingsoverheid is verwerpelijk. De arbeiders in Nederland willen alleen een ding, net als overal ter wereld: ze willen vrede.”
Het was een heel wat duidelijker beleidslijn dan net na de meidagen. In de volgende nummers, die onregelmatig verschenen, werd heftig geprotesteerd tegen de antisemitische maatregelen. De bezetter had vanaf 22 november alle joodse ambtenaren ontslagen en het aantal beperkende maatregelen nam voortdurende toe. Mede door instigatie van de CPN in Amsterdam brak daar in februari 1941 een grote staking uit. De aanleiding was eigenlijk een loonkwestie geweest maar uiteindelijk namen de Amsterdammers de discriminerende maatregelen tegen de joden niet meer. De staking werd hardhandig gebroken en drie aanstichters werden met 15 anderen, die zich elders tegen de Duitsers hadden verzet, gefusilleerd. Het werd ernst. In Winterswijk was er begin november een conflict geweest over aanplakbiljetten, die wierven voor de SS en die opgehangen zouden worden in de landbouwwinterschool. De directeur van de school, ir. B.De Hoogh, weigerde dit categorisch. Hij werd gearresteerd en pas een maand later weer vrijgelaten. De sfeer werd steeds grimmiger.
Dat merkte Gradus ook aan den lijve toen hij begin maart van het jaar 1941 werd gearresteerd. De arrestatie kwam voor hem niet geheel onverwacht. Het was duidelijk dat zijn activiteiten van voor de oorlog bij de Duitsers niet onbemerkt waren gebleven. Het was ook bekend dat de nazi’s een uitstekend lange-termijn geheugen hadden en dat hun rechtssysteem met behulp van de Gestapo en de Sicherheits Dienst, de SD , langzaam maar grondig maalde.
Gunnink en Hofstraat kwamen hem ’s zaterdagsmorgens al vroeg halen.
Gradus en leida waren nog maar nauwelijks wakker, toen ze aan de deur klopten.
“We moeten je arresteren, zei Gunnink, toen Grauds opendeed. “De Sicherheitspolizei in Arnhem wil je spreken. Je moet onmiddelijk meekomen.”
Gradus schrok en Leida nog harder. “Wat heeft hij dan gedaan? Vroeg ze, “we hebben niets te verbergen.”
“Dat weet ik ook niet,” zei Gunnink. “Hij moet in elk geval mee naar Arnhem voor verhoor. Of ze je daar willen houden,” zei hij tegen Gradus, “dat weten wij ook niet. Dat hangen ze ons niet aan de neus.”
Gradus maakte zich klaar, nam afscheid van Leida en zei: “Ik hoop dat ik vanavond terug ben. De maand maart begint al goed. Nou, misschien tot vanavond. Ik weet ook niet wat ze te vragen hebben.”
Hij ging mee en leida bleef verslagen achter. “Zou hij inderdaad vanavond terugkomen?” Ze hoopte het intens, maar in haar hart leefde een zekere angst, dat dit niet zo zou zijn.
Op het politiebureau op de Balinkes was het kortbeek, die hem meenam naar de trein. De fiets werd in de stalling van het politiebureau gezet. Ze liepen naar het station en even later zaten ze in de trein naar Arnhem.
“Je loopt toch niet weg? vroeg Kortbeek, toen de trein vertrok, “dan hoef ik je geen boeien aan te doen.”
“Ik kan uit de trein springen,” reageerde Gradus. Hij wist hoe Kortbeek over die dingen dacht. Die moest niets hebben van de nieuwe machthebbers. Maar dienst was dienst en hij kon hier ook niet onderuit. Ze praatten wat onderweg en rookten. De reis duurde Gradus lang. Hij keek uit het raam en vroeg zich af of hij hetzelfde landschap die dag nog terug zou zien. Of zouden ze hem daarginds houden? Hij wist niet waar ze op uit waren. Wat wilden ze weten en wat wisten ze? Gerust was hij niet.
In Arnhem liep Kortbeek met hem naar de villa aan de Utrechtseweg waar de Sicherheitspolizei gezeteld was. Kortbeek meldde zich bij de wacht, waar een papier werd ingevuld, waarin stond dat hij Gradus Kobus had afgeleverd.
“Hou je taai, ” zei Kortbeek tegen Gradus, “laten we hopen tot vanavond.”
Toen ging hij weg en Gradus werd naar een ruim vertrek geloodst, waar meer mensen zaten te wachten.
“Wachten tot je opgeroepen wordt,” snauwde de politieman die hem binnengebracht had, “en het is hier verboden te roken.”
De al aanwezigen keken hem ongeinteresseerd aan. Ze hadden genoeg aan hun eigen zorgen. Gradus had er misschien een half uur gezeten toen een andere politiebeambte hem kwam halen.
“Mitkommen,” zei die. Het was kennelijk een Duitse. Hij bracht hem naar een vertrek, waar een man in een Duits politie-uniform achter een groot bureau zat. ‘Hauptscharfuhrer Becker’ had Gradus op een bordje op de deur zien staan.
“Haftling Kobus,” kondigde de maan aan die hem gebracht had. Er stond geen stoel aan zijn kant van het bureau en Kobus begreep dat hij moest blijven staan. Achter hem bij de deur bleef zijn begeleider wachten.
Hauptscharfuhrer Becker die aantekeningen zat te maken op een stuk papier bleef even doorschrijven. Toen vouwde hij het papier op en commandeerde met zijn ogen de man bij de deur voor zijn bureau. Die wa goed afgericht, hij nam het briefje in ontvangst en verdween daarmee.
Toen pas keek Becker Gradus Kobus aan. De man had zijn haren glad achterover gekamd, bijna plat op zijn hoofd geplakt en uit een vol gezicht keken een paar koude, grijze ogen hem aan.
Lang en doordringend. Gradus keek terug, maar zorgde er wel voor de man niet te uitdagend aan te kijken. Hij keek langs hem heen naar een schilderij dat aan de muur hing.
“Jij bent Kobus, Gradus Kobus? ” vroeg de man met een iets te hoge, geknepen stem. Gradus was verrast. De man sprak Nederlands. Hij had het verhoor in het Duits verwacht, dan had hij soms net kunnen doen alsof hij een vraag niet goed verstond. Toch zat er een Duits accent aan de stem.
Gradus Kobus kon niets anders dan toegeven dat hij Kobus was. De man keek weer in zijn papieren. Gradus moest herhalen wat zijn beroep was en zijn leeftijd. Het stond allemaal op papier.
Ook dat zijn politieke gezindheid communsit was en in welk jaat hij lid was geworden. Gradus kon dit alles alleen maar beamen. De politie was goed geinformeerd. Het was ook duidelijk de bedoeling om dit te laten merken. Opeens kwam er echter een andere vraag.
“Jij kent een zekere Aldenkamp uit Enschede?”
Het was meer een constatering dan een vraag. Ontkennen had geen zin, bedacht Gradus zich meteen. “Ik ken hem. Hij is lid van de gemeenteraad van Enschede geweest en zat ook in de Staten van Overijssel.”
“Juist,” zei Becker, “waar ken je hem van?”
“Hij heeft in Winterswijk wel eens een inleiding gehouden op onze partij-avonden. Daar ken ik hem van.”
“En nergens anders van? “Becker keek hem strak aan.
“Ik sprak hem daar alleen maar.”
“is hij nooit bij jou thuis geweest? In…..” – hij keek even op zijn papier – “in Meddo?”
“Nooit,” zei Gradus naar eer en geweten. “hij is nooit bij ons geweest. Ik ken hem maar oppervlakkig.”
“Ook niet van de Rode Hulp?” De man keek weer alsof hij Gradus binnstebuiten wilde keren.
“De Rode Hulp?”vroeg hij. Hij wilde tijd winnen.
“Maak mij niet wijs, dat he niet weet, wat dat is,” zei Becker scherp.
“De organisatie, die vluchtelingen uit Duitsland, Kommunistische Verbrecher,” – hij noemde opeens het Duitse woord – heeft weggewerkt.”
“Ik heb ervan gehoord, ‘ zei Gradus, “maar daarover heb ik nooit contact gehad met die Aldenkamp. Dat waren mijn zaken niet.”
“O nee?” zei de man langgerekt, “Meddo 229 is bij ons een bekend adres voor dat soort zaken. Er is nooit een Duitse vluchteling aan de deur geweest?” Hij vroeg het sarcastisch.
“Er kwamen wel Duitsers bij ons. Ik heb een grenswinkel gehad en daar kwamen veel Duitse klanten.”
“Een handige manier om veel te verbergen. ‘ zei Becker sarcastisch . “Hoorde daar ook een zekere Kretschmer bij?” Hij keek weer op van zijn papier. “Eind juli 1939/”
“Kretschmer?” vroeg Kobus verbaasd. “Die naam ken ik niet.” Toen hij dat gezegd had, schoot hem opeens de naam Muller te binnen, die door Albert was weggeloodst. Die had zijn werkelijke naam niet gezegd.
“Die Kretschmer werd in Dorsten gezocht voor allerlei zaken die gericht waren tegen het rijk van de Fuhrer. Wij wten dat hij naar Holland is ontkomen, wij weten ook dat hij ergens in Winterswijk over de grens is ontsnapt. Daar heeft hij hulo gehad, werd ons verteld.” Hij wachtte even. “Jij hebt hem weg geholpen.’ Hij boog zich voorover, alsof hij Gradus aan wilde vliegen. “Jullie groep heeft hem weggeholpen, naar Aldenkamp in Enschede.”
Gradus deed onnozel. ‘Ik heb nooit een Kretschmer bij mij in huis gehad.
Ik weet niets van die man en ik weet ook niet hoe iemand anders van Winterswijk naar Enschede komt dan met de bus van de GTW.”
“Je liegt!”schreeuwde Becker opeens. “Je liegt. Ik zal je laten opsluiten, als je niet met de waarheid voor de dag komt.”
“Ik lieg niet,” zei Gradus kalm. “Ik ken geen Kretschmer en ik heb die man nooit gezien. Het kan zijn dat hij ooit in mijn grenswinkel is geweest, maar dan heeft hij alleen tabak gekocht of iets anders. En mijn klanten zeggen nooit hoe ze heten.” Hij keek Becker aan. Schijnbaar gerust , zonder angst te tonen. Dus daar ging het om. Dat was kennelijk een belangrijke vogel geweest, die uit de kooi was ontsnapt.
“En indertijd Seifert?’ Becker gooide het nu over een andere boeg. “Die is wel bij ons thuis geweest, ” zei Gradus, “dat was een jaar of zes geleden, maar daarvoor heb ik mijn straf gehad. Na die tijd heb ik zoiets nooit meer gedaan. Ik was bang dat ik uit het grensgebied zou worden verbannen en dat wil ik niet. En die andere man….die is nooit bij mij thuis geweest.”
Becker keek hem even aan, krabbelde een paar dingen op papier en zei onverwachts: “We zullen het hier maar bij laten. Jij loopt toch niet weg.
Jullie communisten zitten allemaal in de val. We zullen jou nog wel eens een keer “vorknopfen”.
Hij gebruikte opeens de Duitse term, die Gradus niet helemaal begreep. Maar wel vermoedde hij, dat ze hem nog een keer wilde verhoren. Onder handen nemen. “Binnenkort hoor je nog wel van ons.”
het klonk dreigend. Becker drukte op een knop en de man die Gradus binnen had gebracht, verscheen weer in de deuropening.
“Dieser Kobus kann gehen, “zei hij tegen de beambte. Toen keek hij weer in zijn papieren en keurde Gradus geen blik meer waardig.
De beambte nam hem mee en bracht hem naar de wacht die de deur voor hem opendeed en Gradus stond buiten in de helle maartzon. Het was koud buiten. Het had die nacht gevroren, maar dat was het niet alleen. De kou kwam ook van het verhoor en de verholen dreiging om hem mog eens aan de tand te voelen.
Kennelijk wisten ze nog niet alles, of ze hadden de tijd.
Hij kon inderdaad niet weg. Het enige wat hem misschien nog beschremde, was het monsterverbond tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Het waren geen vrolijke gedachten die door zijn hoofd spookten, toen hij weer in de trein zat op weg naar huis. Dat hij vandaag weer naar huis kon, was het enige plezierige. Over het andere sprak hij thuis niet. Daar moest hij eerst over denken.
Bij Leida overheerste de vreugde. Gradus was terug. Ze hadden hem niet gehouden in Arnhem. Ze hoorde echter maar bij stukjes en beetjes hoe het verhoor verlopen was. En ook zij maakte zich ongerust, toen ze alles wist.
Gradus hield de politieke toestand en de militaire situatie goed bij.
Hij volgde de gebeurtenissen met aandacht, luisterde naar de radio en las de kranten goed. Ook soms tussen de regels door wat er niet percies geschreven stond. Maar metalle overdrijving van Duitse kant moest hij tot de conclusie komen dat zij de wind mee hadden. Alles wat ze ondernamen, scheen te lukken.
Op 6 april 1941 was er een incident in Winterswijk. Burgemeester Kneppelhout, die in 1938 Bosma was opgevolgd, werd gearresteerd. Hij had al wat strubbelingen gehad met de bezetters, omdat het jaar tevoren, op 5 augustus, de verjaardag van prinses Irene, in hotel Stad Munster een klein feestje was gevierd.
En op 31 augustus, de verjaardag van Koningin Wilhelmina, was hij te laks opgetreden tegendiegenen die al te duidelijk oranje toonden.
Nu was de directe aanleiding een propagandaplaat tegen Engelenad en het Engelse volk. Die was onder andere op de kerkdeur geplakt en omdat het geen officieel overheidspamflet was, werd dat op last van de burgemeester verwijderd. Het was zondag en de kerkgangers zouden er zich aan kunnen storen. De dag erop moest burgemeester Kneppelhout zich bij de Sicherheitspolizei in Arnhem melden en werd vastgehouden. Albert kwam met het verhaal.
“Een domme geschiedenis,” vond die, “ze zouden hem al wel langer zoeken.” En Gradus was het daarmee eens.
Burgemeester Kneppelhout werd onmiddelijk geschorst en er moest een plaatsvervanger komen.
“Nu heeft de NSB een kans, ‘ vond Gradus, “en dan zullen ze Bos wel naar voren schuiven. Dan hebben ze hun zin en wordt Winterswijk volgens de nationaal-socialistische beginselen geregeerd.”
Dat bleek echter niet het geval te zijn. Mr. J.Voorink, een plaatselijk advocaat, werd als waarnemend burgemeester benoemd. Niet naar de zin van de nazi’s, maar zo werd van hogerhand beslist.
Intussen had Duitsland weer op een paar fronten gewonnen. Roemenie, het land dat de Duitsers de benodigde olie leverde, had zich aangesloten bij het drievoudig verbond van Duitsland, Italie en Japan. Joegoslavie eerst ook, maar een binnenlandse opstand deed die toezegging teniet.
Bulgarije had zich eveneens bij Duitsland aangesloten.
Hitler had het balkangebied nodig om Griekenland te kunnen aanvallen.
Dat land had het Italie moeilijk gemaakt, toen Mussolini via Albanie Griekenland was binnengevallen.
De Duce had hulp nodig, temeer omdat de Engelsen op hun beurt de grieken steunden. In Noord-Afrika hadden de Italianen zich ook terug moeten trekken voor de Engelsen onder Wavel.
Hitler stuurde zijn Afrikakorps en dat dreef op zijn beurt de Engelsen weer terug in de richting van Egypte.
Gradus hield het allemaal bij en hij werd er niet vrolijker van.
De Duitsers schenen nog steeds te winnen.
Joegoslavie werd met een bombardement op Belgrado hardhandig tot de orde geroepen. Dat was begin april geweest.
Het land werd door de Duitsers onder de voet gelopen. En toen Duitse parachutisten eind mei bij verrassing het eiland Kreta veroverden, was het met de tegenstand van Griekenland ook gebeurd en de Engelse hulptroepen konden maar ternauwernood het land verlaten.
Zo was de toestand in het voorjaar van 1941. Duitsland beheerde de hele Balkan en het westen van Europa met uitzondering van Engeland en Portugal, dat neutraal bleef en dus niet bij de oorlog betrokken was.
Zelfs Franco hield zich met Spanje afzijdig. Het enige lichtpuntje was dat op 10 mei, precies een jaar na de inval van de Duitsers in Nederland, Rudolph Hess, een van de naaste medewerkers van de Fuhrer, naar Engeland uitweek. “Om te proberen vrede te sluiten,” zei men. “Hess was het slachtoffer van hallucinaties, waaraan hij al jaren geleden had,” luidde de officiele Duitse versie van het gebeuren.
“Een van de naaste medewerkers van Hitler, die aan hallucinaties lijdt,” hoonde Gradus, toen hij het las. ‘Ze lijden allemaal aan hallucinaties, maar er is niemand die die gekken tot dusverre stoppen kan.”
Op zondagmorgen de 22 juni viel Gradus bijna van zijn stoel, toen hij de radio aanzette voor de nieuwsberichten. Er klonk fanfaregeschetter uit het toestel en het ene officiele communique na het andere werd voorgelezen.
Duitsland had Rusland de oorlog verklaard en de Duitse troepen, die zij aan zij vochten met de Roemeense en Finse hulptroepen, hadden de Russische grens overschreden.
De troepen hadden overal de grensstellingen al doorgebroken en rukten zegevierend op naar verder gelegen doelen.
Er werdenal namen genoemd als Minsk en Riga, zelfs Kiev kwam binnenkort in zicht.
Het was nauwelijks te geloven. Er waren enkele weken daarvoor al grensincidenten geweest en de Sovjet-Unie zou op aanstichten van de oorlogshitsers in Engeland het plan hebben opgevat om Duitsland aan te vallen.
Duitsland had nu de zekerste weg gekozen door zelf het initiatief tot de oorlog te nemen. Het zag er naar uit dat de oorlog niet lang zou duren.
Stalin zou ten koste van het verlies van gebieden in het westen van Rusland en van de Baltische staten best bereid zijn om snel vrede te sluiten.
Het Duitse leger rukte in drie grote legergroepen op. De groep Midden, die Moskou als einddoel had; de groep Noord, die zich voorlopig zou richten op Leningrad, en de groep Zuid, die door zou moeten stoten tot in de Kaukasus, waar zich de rijke olievelden bevonden.
Uiteindelijk zou een sterke verdedigingslinie worden gevormd, die van Archangelsk tot de Kaspische Zee zou reiken.
Gradus moest er een oude schoolatlas bijhalen om te begrijpen hoe alles liep en wat de doelen waren. Hij zat de halve dag aan de radio en luisterde met verbijstering. Wanneer hij alles geloven moest, was de hele veldtocht een wandeling.
‘Napoleon heeft zich indertijd ook verslikt in Rusland,” zei hij tegen Leida, die maar met een half oor naar het geweld op de radio luisterde. Hij had nog goede herinneringen aan wat de oude schoolmeester over 1813 had verteld. Dat had eerst ook een grote overwinning geleken, die uiteindelijk was uitgemond in een smadelijke nederlaag voor Napoleon.
Maar nu?
De tijden waren veranderd en Hitler had een sterk leger. Het leek of Rusland niet op een oorlog was voorbereid. Of wilden ze de Duitsers ver in hun land lokken en hen dan verpletterend verslaan?
Hij wist het niet. En omdat hij zich grote zorgen maakte – welke consequenties had deze overval op hen, de oude CPN – ging hij naar de eenden en maakte het hok schoon.
Op zondag, al kon hem dat persoonlijk niet veel schelen. Voor de buurt deed hij dit soort dingen meestal niet.
De volgende dag -Gradus ging normaal op karwei – las hij de koppen in het Nieuws van de dag. Hij zat in een cafe voor een kop koffie met tevens het doel de kranten te lezen. Grote koppen schreeuwden: ‘Duitsland en Italie in oorlog met Sovjet-Rusland’.
En daaronder: ‘Finse en Roemeense legers strijden aan de zijde van de Asmogendheden’.
De Fuhrer had ook een dagorder gericht tot de soldaten die aan het oostfront vochten. De laatste woorden daarvan luidden: ‘Hiermede aanvaardt gij een harde en verantwoordelijke strijd. Want het lot van Europa, de toekomst van het Duitse Rijk, het bestaan van ons ganse volk, liggen thans alleen in uw hand. Moge God ons allen in deze strijd bijstaan’.
Gradus smeet de krant aan de kant. Hoe durfde die man er ook nog God bij te halen. De meest duivelse mand die er was.
“Wie hadt dat nu verwacht,” zei de cafehouder, die kennelijk over de nieuwe ontwikkelingen wilde praten.
“Ik niet,” zei Gradus, maar verder deed hij er het zwijgen toe.
Hij liet zich in het openbaar niet uit over politieke ontwikkelingen: hij was voorzichtig geworden.
Ook die maandag bleef de radio de meest glorieuze ontwikkelingen melden. Telkens afgesloten met een triomfantelijke fanfare.
“Het Duitse legerbericht meldt, “klonk het en dan werd er weer een Russische plaats genoemd, die in Duitse handen was gevallen en het aantal tanks dat was vernietigd of vliegtuigen die nog op de vliegvelden stonden en vernield werden, nog voordat ze konden opstijgen. Het was een nieuwe ‘Blitzkrieg’.
Leida begon er die avond over.”Bu Rusland in oorlog is met Duitsland en het bondgenootschap is verbroken, welke consequenties heeft dat dan voor jullie?”
“Wat bedoel je?” vroeg Gradus onnozel.
“Je weet best wat ik bedoel. De top van de partij. De Groot en Dieters, is allang ondergedoken. Die krijgen ze niet. Maar jullie, de gewone communisten, die zich altijd hebben ingezet voor de partij. Jij bent niet onbekend en hebt al een paar keer een aanvaring gehad met de overheid. Bestaat er geen kans dat ze jullie nu gevangen zetten?”
Gradus probeerde een vrolijk gezicht te zetten. “Dan komen ze in Nederland cellen tekort.”
“En in kampen?” vroeg leida door. ‘Ze kunnen toch kampen bouwen? Net als in Duitsland. Ik ben er niet gerust op.”
“Ze zullen ons wel laten lopen. Ja, de top van de partij, het is goed dat die is verdwenen. Die zouden ze nu al wel gearresteerd hebben. Maar ons, die kleine plaatselijke communisten, wat voor gevaar hebben ze daar nu van te duchten?”
Hij praatte een beetje tegen beter weten in. “Moet ik dan ook onderduiken?
Mij verstoppen in de schuur? Dan kun je mij eten komen brengen in het hooi….” Hij lachte.
“Maak er maar gekheid van,” zei Leida. “de Duitsers zijn onberekenbaar en misschien denken ze nog wel een appeltje met jou te schillen te hebben.”
“Het zal zo’n vaart niet lopen,” meende Gradus, “voorlopig hebben ze nog andere zorgen aan hun hoofd. Misschien komt in Rusland binnenkort toch de tegenslag. Ik geloof nooit, dat de Sovjets zich zo zonder meer onder de voet laten lopen. Ze hebben dit toch ook aan zien komen? En het is een groot land. De Duitsers verdwalen er in.”
Toen pakte Gradus de krant en las de jubelende koppen. Maar dat was ook geen vrolijke lectuur en de laatste nieuwsuitzending meldde alleen maar nieuwe overwinningen.
De woensdagmorgen daarna kwamen ’s morgens vroeg – voordat Gradus naar zijn werk was – de agenten Gunneink en Van der Zwart bij Kobus aan de deur. Ze hadden net het ontbijt op.
Gradus was bezig om de spullen bij elkaar te zoeken, die hij die dag nodig zou hebben. Leida had zijn broodtrommel gevuld en hem een drinkbusje met koffie klaargemaakt. Hij zou de hele dag wegblijven. Middageten kreeg hij wel bij de boer waar hij werkte.
Dat was zo de gewoonte, maar tijdens de schafttijd moest hij toch ook wat te eten hebben. De koffie was misschien niet nodig.
Leida keek verwonderd op, toen ze beide agenten binnen zag komen.
Gunnink voorop.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze, “wat moeten jullie al zo vroeg hier?”
Ze schrok ervan. Dat kon nooit veel goeds betekenen. Zou Gradus weer verhoord moeten worden?
We komen voor je man, ” zei Gunnink kortaf.
Leida had even de neiging om te zeggen dat hij al naar zijn werk was, maar geloofwaardig was dit niet, want ze hoorde hem stommelen op de deel en de agenten zouden dat ook wel horen.
Gradus kwam trouwens op dat moment de keuken binnen. Hij keek ook verwonderd op, toen hij het vroege bezoek zag.
‘Wat hebben we nu weer uitgevreten?” deed hij nors en wat onverschillig, maar zijn hart bonsde hem in de keel.
“Ze komen me halen,” dacht hij meteen.
“We moeten je arresteren, Kobus,” zei Gunnink. “Je moet mee. Je moet je melden in Arnhem bij de Sicherheitspolizei. Daar willen ze met je praten.
Dit is een bevel uit Arnhem,” voegde hij er overbodig aan toe.
UIT: DE RODE DRAAD – EEN POLITIEK HISTORISCHE ROMAN – VER.HET MUSEUM – HENK KROSENBRINK
De zevende column is dan nu een feit en daarmee wil ik ook even afsluiten met de aanhef “Beste Micha” in mijn volgende columns. De eerste serie van 5 en vervolgens nog 2 columns is namelijk door mij opgestart om de eerste politieke lijn, accenten en contouren neer te zetten van de nieuwe politieke organisatie(s). Dat is bij deze dus succesvol gebeurt en gelukt! Aangezien symboliek en nummerologie ook enige rol speelt, wil ik graag stoppen bij deze volmaakte zevende column(s) met een andere aanhef.
Reeds de eerste vijf columns ben ik gestart met daarnaast de aanhef “Landgenoten, Orangisten, Piraten, Anarchisten en Republikeinen” om zowel enige diversiteit aan te geven en aangezien er een plan schuil gaat achter de oprichting. De bedoeling is namelijk om op een gegeven moment de nieuwe organisatie te splitsen, het ene deel in een meer anarchistisch / libertarisch / vrijheidslievend / piraten deel, met zeer weinig en mogelijk zelfs geen enkele structuur. Het andere deel zal juist meer structuur gaan bevatten en de verwachting is dat daar meer de echte Orangisten (dus niet van die “fans” van die nep-Oranjes en erfopvolgers van nu), Democraten en Republikeinen zich thuis zullen voelen. Vast en zeker, zal er ook enige overlapping zijn tussen de twee in de toekomst, maar dit zal mede bepaald worden door “ontwikkeling”.
Reeds eerder heb ik aangegeven, dat in enige mate het idee van de internationale Piratenpartij gevolgd zal worden, maar er zijn ook wezenlijke verschillen. In de eerste plaats heb ik bij mijn lidmaatschap en kandidatuur via de Piratenpartij en de deelname aan de voor mij redelijk succesvol verlopen verkiezingen in de Gemeente Nijmegen, ook gepolst of ik mijn denkbeelden over zou kunnen brengen binnen de Piratenpartij en vooral het politieke programma. Wonderwel kwam ik er al snel achter, dat dit vrij moeilijk zou gaan en derhalve heb ik onder meer tijdens mijn verkiezingscampagne (mede noodgedwongen) enige afstand genomen van de landelijke Piratenpartij.
Opmerkelijk en bijzonder genoeg, bemerk ik de laatste tijd echter bij het volgen van bijvoorbeeld de twitter accounts van de Piratenpartij en prominente (ex)-kandidaten en leden van de Piratenpartij, dat het plan toch enig succes heeft gehad, wellicht juist ook door mijn vertrek, waardoor ik geen eindeloze discussies en debatten heb moeten houden om die personen te overtuigen. Aan uitingen van de Piratenpartij en deze “prominenten” blijkt namelijk, dat de zaken rondom het disfunctionerende politie en justitie apparaat en ook vooral de kwestie Demmink en Bilderberg nadrukkelijk en nog nadrukkelijker, dan voor mijn komst bij de Piratenpartij onder de loep worden genomen door deze en gene.
Verder is er ondanks een hele reeks van sabotage pogingen destijds twee jaar geleden, ook de korte maar krachtige politieke campagne in de Gemeente Nijmegen vooral, maar ook in de rest van het land, toch behoorlijk succesvol verlopen, ondanks ook veel tegenslag en sabotage, waardoor het nog succesvoller had kunnen zijn… De nieuwe coalitie in de gemeente Nijmegen is mede door mijn deelname aan de verkiezingen aldaar tot stand gekomen en ik heb zelfs ongevraagd het advies uitgebracht aan de coalitie-vormers om te gaan voor de huidige coalitie in de gemeente Nijmegen.
Een belangrijk minpuntje is wel en dat vind ik behoorlijk schandalig, dat door de sabotage pogingen, vooral via en/of met medewerking van de pers en media, de Creatieve Partij 2.0 een terechte zetel is ontnomen. Voor de verkiezingen, tijdens het behalen van de ondersteuningsverklaringen, had ik namelijk aan vier politieke partijen in het Nijmeegse een lijstverbinding aangeboden. Bij een moest ik daar snel op terug komen, daar ik een (heel erg) negatief bericht (via een link) en advies kreeg van de oprichter van de Piratenpartij, als ook ik zelf al snel in “de kling” kwam met de belangrijkste leden van die partij en zij het niet in mij zagen zitten en ik (zeker) niet in hen of de organisatie (meer). Van de twee grote partijen kreeg ik weinig reactie op de uitnodiging en de derde besloot ook, mede vanwege alle laster en smaad in pers en media, de jaren voordien al, uit voorzorg van een lijstverbinding af te zien, om niet zelf negatief in het beeld te komen.
Achter en voor de schermen was er overigens, soms veelvuldig en soms sporadisch wel degelijk contact. Twee prominente leden (bestuur en zelfs een lid van de PS Gelderland) van een grote politieke partij in Nijmegen hebben zelfs nog een ondersteuningsverklaring voor mij getekend, aangezien ze het vanwege een familiaire band met een van de oprichters, oorspronkelijk uit Nijmegen, van de Piratenpartij, het in eerste instantie leuk vonden, dat de Piratenpartij in Nijmegen zou deel nemen. Na de verkiezingsuitslag, waarbij ik toch nog redelijk veel stemmen heb behaald, ondanks, dat ik in principe op een onverkiesbare plaats was terecht gekomen, aangezien vanuit de overheid de zaak is getracht te saboteren, als ook beloftes niet waren nagekomen (bijvoorbeeld met woonruimte en inschrijving, al dan niet tijdelijk), bleek dat ook de Creatieve Partij 2.0 relatief veel stemmen had binnen gehaald en eigenlijk sowieso recht had op een van de restzetels, ware het niet, dat de restzetels alleen werden verdeeld onder de partijen met minimaal een zetel. Had de Creatieve Partij 2.0 wel een lijstverbinding met mij aangegaan, dan hadden ze nu gewoon een zetel gehad en dat had ik ze graag gegund, gezien de betrokkenheid en inzet van de vrijwilligers en vooral ook de lijsttrekker met zijn gedrevenheid en politieke visie. Het is wat dat betreft een grof schandaal, dat mijn deelname toen is gesaboteerd, aangezien delen van de sabotage absoluut zijn effect hebben gehad op de uitslag. Later is dit trouwens nog een keer herhaalt bij mijn kandidaatstellingen voor de Waterschappen en de Provinciale Staten, maar toen nog schandaliger!
Nu terug naar het heden. Voor de komende landelijke verkiezingen is er – in principe – een intentie overeenkomst tussen mij en Micha Kat, als ook kan ik bij deze verklappen al geruime tijd met andere derden om deel te gaan nemen aan de verkiezingen of in ieder geval ons nu al kandidaat te stellen, om daarmee invloed uit te oefenen op de komende campagnes en aldus ook de uitslag. Of er daadwerkelijk deel genomen kan worden, ligt echter ook nog aan andere factoren, als het behalen van voldoende ondersteuningsverklaringen, hetgeen voor de landelijke verkiezingen een behoorlijke klus is. Maar zelfs in het worst case scenario, is de huidige handelswijze doeltreffend en deelname van en aan de verkiezingen zou eventueel uitgesteld kunnen worden tot een later moment. Het doel is in ieder geval om binnen vijf jaar uiterlijk aan een verkiezing deel te nemen en natuurlijk aan zoveel mogelijk verkiezingen met de ORP/ORDA.
De belangrijkste politieke doelstellingen en denkbeelden worden echter nu al ver in de voorfase verspreidt van de eventuele deelname aan de verkiezingen. Aangezien wat mij betreft, sport een belangrijk onderdeel, dan wel op politiek, dan wel op fysiek vlak, van de nieuwe organisatie gaat vormen, wil ik ook dit voor een deel nu behandelen in deze column. Mede dankzij de wanpraktijken van allerlei ambtenaren, betaald met belastinggelden vanuit de overheid ben ik al geruime tijd niet in staat om zoveel en op het niveau te sporten, dat ik wens en ook dat is schandalig trouwens…
Met betrekking tot de nieuwe politieke organisatie, waarbij ik het woord “partij” eigenlijk niet zo toepasselijk vind, zie ik ook bijvoorbeeld de Catalaanse voetbalclub FC Barcelona als een goed voorbeeld, dat gevolgd kan worden. FC Barcelona heeft als slogan “mas que un club”, waarbij het aangeeft dat het meer dan een voetbalclub moet zijn, vooral in verband met de Catalaanse zaak of onafhankelijkheid en verder ook de lokale bevolking aldaar. Voor diegenen, die onbekend zijn met het fenomeen FC Barcelona hier de link naar tekst en uitleg (weliswaar in het Engels, maar toch):
FC Barcelona is door de jaren of eigenlijk decennia heen, misschien wel de belangrijkste en vooral wereldwijd bekendste exponent, mede hierdoor, geworden van de strijd voor de republikeinse Catalaanse onafhankelijkheid. Deze decennia durende strijd of twist, kan mogelijk op korte termijn al in het voordeel van Catalonië beslist worden, nu bij de laatste verkiezingen er een Catalaanse coalitie met een meerderheid is gekomen in het Catalaans parlement. Meer info hierover via de onderstaande link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Catalaans_Parlement
Het idee is om met de Oranje Republikeinse Democratische Alliantie ook die kant min of meer op te gaan. In 1982 kwam tijdens de Falkland oorlog al eens, mijn in ziens een van de beste voetballers van de wereld, bekend als Pluisje, Diego Armando Maradona naar FC Barcelona, maar door gemene tackles van tegenstanders werd het helaas geen ongekend en onverdeeld succes tussen de twee. Later zou via het trio, bekend als “MaGiCa” bij de Italiaanse voetbalclub Napoli, onder meer ook nog voor Argentinië via de bekende “Hand van God” en een fantastische dribbelgoal “Pluisje” tijdens het WK Voetbal in 1986 en diverse andere competities sportieve revanche nemen voor bepaalde drama’s.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Diego_Maradona
En tegenwoordig schittert trouwens een andere fantastische Argentijnse voetballer al jaren bij FC Barcelona met de naam Lionel Messi en is vaak iedereen te snel en te handig af…
Welnu, wat heeft dit bruggetje met de ORP / ORDA te maken? Vanwege zijn kale hoofd kan ik hem net geen “pluisje” noemen, maar ik vind Micha Kat op bepaalde belangrijke journalistieke, juridische en politieke vlakken de “pluisje-uit-van-de-journalistiek” en in menig opzicht derhalve vergelijkbaar met Maradona. Daarom heb ik ook onder meer Micha Kat benaderd voor een samenwerking via de ORP / ORDA, wat dat betreft misschien wel vergelijkbaar met Napoli / FC Barcelona / Argentinië op het gebied van die andere Pluisje uit.
Of het een fenomenaal succes gaat worden is niet helemaal duidelijk, maar wat mij betreft is het nu al succesvol! Immers is door ons beider kandidaatstellingen en de video columns van Micha Kat en de, als ook mijn andere activiteiten de organisatie in de basis al in enige mate neergezet voor toekomstig succes! Hetgeen andere zichzelf noemende “journalisten” niet durven te behandelen, zoals misstanden bij de rechterlijke macht, journalistiek, politiek, advocatuur, politie en justitie en vooral natuurlijk de topics “Bilderberg” en “Demmink”, dat durft en doet Micha Kat wel via onder meer ROL en KLOL.
Wat dat betreft is zijn manier van journalistiek bedrijven wellicht het best te vergelijken met de sport ijshockey, ijshockey termen en een dosis humor. Humor zal ook bij de ORP / ORDA van belang zijn, af en toe met een vette knipoog, zoals misschien ook in deze zevende column. De termen “fore check” en “powerplay” komen direct bij mij op, als ik aan Micha Kat, ROL en KLOL denk. Ook ik maak op bepaald vlak gebruik van deze tactische stijl van en in mijn handelen. Meer info hierover:
Dit betekent ook, dat er op de grens gespeeld wordt en fouten gemaakt of gemaakt kunnen worden, al hoewel dat natuurlijk in beide takken van sport niet de bedoeling is. Het winnen van de Frontier Award, destijds door Micha Kat vond ik dan ook een mooi gebaar voor een onderschatte journalist in de zogenaamde MSM (Main Stream Media) -wereld. Het hanteren van deze tactieken en vooral ook de enorm belangrijke publicaties via KLOL en nu ook ROL over de misstanden en vooral een behoorlijk rijtje schandalig handelende figuren is wat mij betreft ook broodnodig en de wijze waarop de strijd gewonnen kan worden. Ook anderen, als onze Razende Reporter Nico van den Ham en de diverse geledingen van We Are Change en We Are Change Rotterdam verdienen hier een eervolle en belangrijke vermelding, vanwege hun vele werk en activiteiten.
Om echter naar een volgende doorstart en niveau te gaan, wil ik de aanhef “Beste Micha” niet meer benoemen, aangezien het niet alleen een onderonsje moet worden ten eerste. Ten tweede is de toon, de bedoeling en de accenten al behoorlijk neergezet in de activiteiten en columns de afgelopen maanden. Ten derde en dat wil ik vooral nu duidelijk maken is het de bedoeling om de ORP / ORDA op een gegeven moment dus te gaan splitsen. Dit betekent ook, dat de huidige samenwerking nog min of meer onafhankelijk van elkaar plaats vind en vrij vrijblijvend. Via de ORP zal dit zo blijven is de verwachting en via de ORDA zal op een gegeven moment meer structuur in de of een nieuwe republikeins democratische organisatie ontwikkeld moeten worden…
Dit betekent en dat is het initiële plan, dat er daags na de deelname van de verkiezingen om tafel gegaan zal worden met alle belangrijke partners of kandidaten in deze en die zich kunnen uitspreken, wat ze willen en hoe en of ze (allen samen) verder willen. Dat betekent dus niet dat een eventuele verkiezingslijst ORP / ORDA automatisch een en dezelfde fractie zou vormen, al hoewel daar in bepaalde gevallen natuurlijk wel weer vanuit kan worden gegaan, dan wel dit voor de hand liggend zal zijn. Maar ook dit zal in de loop van de tijd en ontwikkeling duidelijk worden, immers zijn er nu nog vele weken te gaan naar de verkiezingen, alleen al mijn in ziens door het EU voorzitterschap is het onwaarschijnlijk dat de coalitie of criminele regering van Rutte 2 eerder valt…
Voor de lol en humor, wil ik toch ook nog even terug naar de sport, met een (al dan niet) dikke knipoog. Ik zou mij de komende vijf jaar namelijk liever ergens als voorzitter of kandidaat (lijsttrekker) beschikbaar willen stellen voor de voetbalorganisaties UEFA of de FIFA, dan voor de politiek, moet ik eerlijk bekennen. Echter de misstanden in Nederland zijn nu zo groot, dat er iets moet gebeuren en ik denk dat dit ook de drijfveer is van Micha Kat en de andere kandidaat-kandidaten, waar op dit moment contact mee is, via mijn persoon.
De (sport)journalistiek is wel behoorlijk bedreven in het benoemen van de misstanden rond met name voormalig FIFA voorzitter Blatter en ook UEFA voorzitter Platini, wat natuurlijk ook moet gebeuren, maar ook daar is die kritiek meestal vanuit Westers oogpunt gezien, terwijl in menig land en werelddeel daar toch anders over gedacht wordt. Ik wou ook echter ook even mijn licht laten schijnen over de nieuwe voetbalplannen van de UEFA en de FIFA, te meer daar binnenkort het EK begint en ik hopelijk nog veel wedstrijden aandachtig kan volgen, maar helaas naar verwachting niet in Frankrijk.
Als eerste wordt het komende EK gespeeld voor het eerst met 24 landen en in Nederland werd er eerst heel lacherig en belachelijk gedaan over dit plan van Platini en de zijnen. Volgens de Nederlandse “hooghartige” teneur zou de EK kwalificatie dan nergens meer over gaan, maar ik dacht er toen toch al anders over, zeker gezien het aantal landen, dat er in Europa, sinds de val van de Muur is bij gekomen. We zijn nu een paar jaar verder en Nederland heeft zich dus niet eens weten te plaatsen, net als nog enkele andere vrij grote of behoorlijke voetballanden als Denemarken, Bulgarije, Griekenland, Schotland en Servië. Toch al gauw zes landen met een behoorlijke voetbalreputatie, die op menig WK of EK aanwezig waren in het verleden of daar zelfs het toernooi gewonnen hebben en nu mee kijken via de televisie of zijlijn.
Verder zie ik er wel naar uit, om de voetbalverrassingen IJsland, Noord-Ierland, Wales en Albanië hun eerste wedstrijden op het EK te zien spelen en toch ook landen als Ierland, Oostenrijk en Hongarije hun zeldzame deelname te hebben zien bereikt voor dit jaar aan het Europees Kampioenschap. Wellicht dat andere kleinere voetballanden in de toekomst met een goede lichting ook eens dit succes kunnen pakken, waar bijvoorbeeld in het verleden topspelers als Litmanen (Finland), Best (Noord-Ierland) of de gebroeders Arveladze (Georgië) bij voorbaat eigenlijk geen kans maakten op een deelname aan een WK, laat staan een EK.
Het mooiste van de hele afgelopen EK-kwalificatie was misschien wel de dubbele overwinning van de Faroer eilanden op voormalig Europees Kampioen Griekenland, om aan te geven, dat ook de hele kleine landen kunnen stunten, mits ze een goed beleid voeren. Mij is namelijk bekend, dat ook de kleine landen, die deel nemen aan de kwalificaties miljoenen euro’s krijgen en daarmee zou bijvoorbeeld de Faroer zo ongeveer alle voetballers op de eilanden een redelijk salaris kunnen betalen, dus wat dat betreft zijn deze resultaten minder vreemd.
Ik ben dan ook hartgrondig voorstander van het huidige voorstel om het WK in plaats van 32 naar 40 landen te tillen. De FIFA heeft nu al iets meer dan 200 leden en dat zou betekenen, dat een land nog 4 andere landen moet uitschakelen gemiddeld om aanwezig te kunnen zijn. Het is waarschijnlijk dat van de 8 extra te verdelen plaatsen, de meeste naar buiten Europa en Zuid-Amerika gaan, aangezien die twee continenten nu de meeste vertegenwoordigers hebben verhoudingsgewijs. Desondanks is het ook in Zuid-Amerika en Europa nu al behoorlijk pittig en moeilijk om een WK te bereiken, zelfs moeilijker dan een EK met de vroegere 16 landen, tenminste voor de Europese landen. In Zuid-Amerika is met de voetbalgrootmachten Argentinië, Brazilië en Uruguay al voor een groot deel de WK plaatsen doorgaans verdeeld, waardoor de andere grote voetballanden een zware concurrentiestrijd moeten aangaan om het WK te kunnen bereiken.
Wellicht dat voor het komende WK in Rusland zich eens een tropische verrassing zou kunnen plaatsen, zoals Tahiti voor het Confed toernooi voor het WK van Brazilië al deed en Oceanië ook een eigen WK-plekje zou kunnen krijgen. Verder zijn helaas alle teams voor de Nederlandse Antillen en Suriname al weer uitgeschakeld, ondanks dat trainer-coach Patrick Kluivert nog Cuba wist te verrassen met Curacao. Wat dit betreft verwacht ik dus juist spannendere en leukere kwalificatiereeksen dan vroeger en zelfs ook leukere eindtoernooien. Heel simpel, omdat de modus van 6 poules maal 4 op een EK (hebben de vroegere WK’s met 24 landen destijds voor mij al uitgewezen) of 8 poules maal 5 op een WK meer spanning biedt, dan de huidige modus, waarbij alleen de eerste twee van een poule van vier doorgaan naar de volgende rondes. Het komt daarbij vaak voor, dat teams na twee wedstrijden al zijn uitgeschakeld of juist zich al te makkelijk geplaatst hebben en nu blijft er altijd iets meer spanning.
Voor de tegenstanders IJsland, Turkije en Tsjechië, die Nederland van het EK hebben weerhouden, zie ik het nog niet al te makkelijk in. Turkije en Tsjechië zijn samen ingedeeld bij Spanje en Kroatië en het kan maar zo dat een van beiden of zelfs beiden na de eerste ronde er al uit liggen, maar het tegenovergestelde kan natuurlijk ook, daar er ook drie ploegen door zouden kunnen gaan in die poule, net als in alle andere poules nu met dit systeem. IJsland heeft op zich een redelijk gunstige loting met Portugal en de twee te kloppen ploegen Oostenrijk en Hongarije, maar van de andere zijde kan ook IJsland, zeker gezien de historie en na de eerste ronde uit liggen. Half Nederland zal naar verwachting de voor dit toernooi favoriete Belgen wel steunen is mijn verwachting en de historische kraker Engeland- Wales, in dit geval toepasselijk in Lens (-ink), op 16 juni 2016 wordt ook interessant om te zien, lijkt me…
Verder zijn er ook andere plannen in de pijpleiding, waar ik iets sceptischer over ben. Naar verluidt zijn de grote Engelse clubs van plan een aparte competitie te gaan oprichten voor Europa, afgescheiden van de UEFA. Volgend seizoen ontvangt bijvoorbeeld, naar ik heb begrepen, iedere Engelse club in de hoogste Engelse liga al 125 miljoen euro per seizoen van en voor de uitzendrechten van de Premier League. De kloof tussen Engeland en de rest van Europa is enorm. Voor de grootste Engelse clubs zou dit echter niet voldoende zijn en die zouden met de volgende clubs onderhandelen over een nieuwe gesloten competitie:
Real Madrid
Barcelona
Spaans Kampioen
AC Milan
Juventus
Inter
Italiaans Kampioen
Bayern Munchen
Borussia Dortmund
Duits Kampioen
Liverpool
Manchester United
Chelsea
Tottenham Hotspur
Arsenal
Manchester City
Engels Kampioen
Paris SG
Frans Kampioen
zal nog een team of wellicht drie tot vijf bij komen, is mijn verwachting bij het doorgaan van dit plan uit de grote voetballanden.
Voor het Nederlandse voetbal en zeker de topclubs als Feyenoord, PSV en Ajax is het van belang hierbij een vinger in de pap te hebben, is mijn conclusie na enige research. Ik dacht eerst, dat dit plan op de lange duur weinig kans van slagen zou hebben, tot ik de begrotingen van bovenstaande clubs zag, de prijzenkast van die clubs en vooral welke clubs er nog voor andere Europese voetbaltoernooien zouden overblijven. Buiten de Portugese en Nederlandse voetbalclubs en hier en daar enkele Russische, Oekrainse, Turkse en Griekse ploegen niet veel soeps. Ik ben daarom om twee belangrijke redenen sceptisch, want het kan de doodsteek betreffen voor de rest van de teams uit Europa om op het hoogste niveau te spelen met succes, terwijl ze dit nu wel kunnen (proberen) in de Champions League.
Ten tweede gaat denk ik na meerdere seizoenen wellicht ook de nieuwe Europese super competitie vervelen, met hele tijd dezelfde wedstrijden, als Chelsea-Arsenal, Real Madrid – Bayern, Liverpool – Manchester United of Liverpool-Bayern. Een Europese super competitie waar elke verrassing zo ongeveer is uitgesloten en ook derhalve de frivoliteit en het geld regeert. Geld blijkt ook de belangrijkste reden voor de clubs om over dit plan onderling nu te vergaderen.
Met enige persoonlijke research en als kleine hobby ben ik even in dit plan gedoken en ik zie meer in een uitgebreidere Champions League en Europa League of super competitie van de UEFA met eventueel weer een Cup Winners Cup als afzonderlijk toernooi met enkel knock out rondes, de voormalige Europacup 2, die nu in feite in de Uefa Cup (als de Europa League) is geplaatst.
Er zou daarbij een soort van promotie / degradatie regeling moeten komen tussen de Europa League en Champions League, als ook een soortgelijke kwalificatie in de nationale competities. Ik zie dan ook niets in het plan om uit de nationale competities van Spanje, Duitsland, Engeland, Italië en Frankrijk de belangrijkste teams weg te halen, al hoewel dit op wereldwijde schaal wel kijkcijfers en dus tv gelden zal opleveren. Voormalig PSV voorzitter Van Raaij heeft dit plan ook al eens geopperd met een voorstel voor de EURO Liga, een nieuwe competitie met clubs uit landen als België, Nederland, Denemarken, Schotland en Portugal. Het probleem is dat de fans uit die landen liever naar PSV- NAC Breda, Ajax-ADO Den Haag of Feyenoord-FC Utrecht gaan kijken, dan naar PSV – FC Kopenhagen, Ajax-Club Brugge of Feyenoord-Aberdeen, al hoewel ook die laatste duels hun charme hebben.
Mijn in ziens zou het beter zijn, de Champions League en Europa League anders in te delen, want de huidige poulewedstrijden zijn nauwelijks interessant en spannend meer en bovendien zijn het er vaak ook nog teveel op een avond in teveel poules om nog interessant te laten zijn. Het lijkt mij bijvoorbeeld beter om de Champions League zo te veranderen, dat er 4 grote poules of competities komen met 12 of 10 landen per competitie of poule, die bijvoorbeeld strijden voor plaatsing voor de kwartfinales uiteindelijk met bijvoorbeeld de eerste twee per poule of competitie. Daarin zijn allerlei gradaties te bedenken en ook dat de laatsten degraderen naar de Europa League. Op deze wijze zouden de Engelse en eventueel Spaanse, Duitse, Italiaanse of Franse clubs ook 6 of wellicht meer teams in de Champions League kunnen krijgen, zonder dat het voorspelbaar en vervelend wordt. Ook in de Europa League zou zoiets opgezet kunnen worden met bijvoorbeeld vier tot acht poules van tien tot twaalf clubs naar gelang de wensen en mogelijkheden van de clubs en UEFA.
Men zou dit naar mijn idee het beste kunnen bereiken, door een soort van voorjaars- en najaars competitie te maken voor de hoogste voetbaldivisies in Europa, al dan niet gedeeltelijk, zoals dit thans al bij de KNVB veelal wordt gedaan bij de lager spelende jeugdelftallen in Nederland. In de voorjaarscompetitie speelt een team als Ajax, PSV, FC Porto, Feyenoord, Vitesse, Bayern, Liverpool, Celtic, Galatasaray, Barcelona, Lyon, Rosenborg, Sparta Praag en Anderlecht enkele wedstrijden nationaal en in de beker, maar vooral in de Europese competitie, waarvoor men zich heeft weten te plaatsen.
Clubs, die zich niet hebben weten te plaatsen voor de Champions League of Europa League spelen op het tweede niveau van hun eigen land, zoals dit thans het geval is op het hoogste niveau, maar dan dus zonder de Europees spelende clubs en komen die hoogstens in de beker tegen of spelen slechts enkele wedstrijden voor de winterstop op het hoogste niveau. Deze clubs spelen in een nationale voorjaarscompetitie om in het najaar, dus na de winter te spelen op het hoogste niveau voor het kampioenschap van een land, maar dan met slechts tien tot veertien ploegen op het hoogste niveau. Op deze wijze kunnen toch ieder jaar de nationale kampioenschappen worden gehouden en iedere club heeft dan een kans zich te plaatsen voor Europa, maar wel met uitgedunde kampioenschappen op nationaal vlak en een uitgebreidere Europese competitie, vanwege vooral ook de drukke wedstrijdkalender, die dit niet anders mogelijk maakt.
Naar mijn mening verliest een nationale competitie toch niet zoveel met enkele wedstrijden Excelsior – PSV, Cambuur – Ajax, Barcelona – Eibar, Celtic – St Johnstone, Paris SG – Nantes, Lecce – AC Milan, Real Madrid – Getafe of Bayern – Hoffenheim meer of minder… Bovendien zijn drie grote clubs in Spanje en vooral Bayern en Paris SG eigenlijk ieder jaar al nationaal kampioen of top, dus wat dat betreft zijn die clubs denk ik wel toe aan een nieuwe echte Europese competitie met behoud van deelname aan de nationale kampioenschappen, want ik denk dat bijvoorbeeld de Duiters de jaarlijkse wedstrijden met Werder Bremen, Borussia Dortmund en Schalke 04 wel graag willen behouden en zelfs een MUST is.
Ik zelf heb ook het plan om in ieder geval het komende half jaar tot jaar mij weer meer bezig te gaan houden met sport en minder met allerlei schandalige misstanden hopelijk en dan vooral op persoonlijk vlak. Ik heb nogal een paar scherpe PR’s in loopwedstrijden te verbeteren en ik wil volgend jaar als het even kan een marathon of halve marathon lopen en wellicht enkele (gedeeltelijke) triathlons doen, waarbij ik mij recentelijk voor de triathlon in Holten heb moeten afmelden. Vorig jaar was ik fit genoeg en had ik mij aangemeld, wellicht niet voor een toptijd, maar in ieder geval voldoende voor de finish en toen ging helaas door de hitte de wedstrijd niet door en nu gooien het zwaar disfunctionerende politie en justitie apparaat al meer dan een jaar, zo niet meer dan twee jaar of langer roet in het eten. Hopelijk kan ik mij ook in enige mate weer actief bezig gaan houden met voetbal en zaalvoetbal.
Last but not least, wil ik deze vooral voor vandaag lange vrijetijdscolumn met voor mijn persoonlijke lol ook beschouwing op de sport en met name voetbal, toch nog even politiek afsluiten en met een kleine vooruitblik afsluiten. Het aantal columns zal de komende tijd, naar verwachting de komende twee maanden niet meer worden dan deze zeven. Ik wil eerst even de lay out van de website proberen om te zetten en verder ook tijd en gelegenheid geven aan de uitrol en publicatie van het politieke programma, zoals ik dit reeds had voorzien in de aangekondigde vijf delen op deze website. Verder ga ik ook een soort van zomerstop en vakantie houden om de batterij daarna volledig op te laden en dan voluit de politieke mening te ventileren op deze website.
Ook publicaties, die ik nog wil maken met beschouwingen over de zaak rond Bart van U. en Els Borst, waar ik toch ernstige bedenkingen bij heb, als ook bij de zaak Bart van Well en de zaak rond de Demmink disfunctionerende justitie en politie, zullen tijd kosten, maar wel gepubliceerd worden op www.erwinlensinkvrij.nl is de bedoeling en het plan. Ook zitten er nog een paar andere zaken al geruime tijd in de planning, maar was er te weinig tijd om dit uit te rollen, tot nog toe.
Vandaag op 6 mei, wil ik net als vorig jaar, toen der tijd had ik voor de verkiezingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal een beroep lopen bij de Raad van State in Den Haag, die trouwens gewoon expres is genegeerd door de hele pers en media, terwijl er drie vaste “onafhankelijke” journalisten iedere dag rond lopen bij de Raad van State en ik onder meer verzocht heb om de hele kandidatenlijsten voor de Eerste Kamer te schrappen en hernieuwd in te delen naar kiesdistrict per provincie, maar voor het hele beroep verwijs ik naar de volgende links, die dus nu de aandacht vestigen op de moordzaak Pim Fortuyn in relatie tot de kwestie Joris Demmink en het disfunctionerende politie en justitie apparaat met een dubieuze rol voor onder meer Magda Berndsen (D66) en toenmalig politiechef, zes dagen voor de moord daarvoor benoemd:
Pim Fortuyn is vandaag, na 14 jaar namelijk trending topic op twitter. Bovendien zijn er in relatie tot 4 mei (De Dodenherdenking) en 5 mei (Bevrijdingsdag), maar ook met Koningsdag, sinds 2002 (moord Pim Fortuyn en aantreden Joris Demmink als SG van Justitie) en 1994 (IRT Affaire) ook nog wel een paar kritische vragen te stellen met betrekking tot “de rechtstaat”, “democratie”, “vrijheid” en “vrijheid van meningsuiting” en de “rechten van de mens” en de Nederlanders, als ook zeker met “de kennis van nu” naar voormalig CDA Minister-President Balkenende, aangaande zaken als de Main Stream Media, de NOS, de journalistiek, de politiek, justitie, politie, de pers, de rechterlijke macht en de advocatuur, die nu (groten)deels overlappen in een grote elitaire zelfbenoemde kliek, die de staatsruif op groteske schaal misbruiken voor eigen gewin en belang, is wel meermalen en overduidelijk bewezen de afgelopen jaren en tijd!
De zesde column, per abuis door de Gelderlander al “nieuwsbrief” (die ik naar alle leden zou sturen per mail, aldus De Gelderlander, hetgeen overigens niet het geval is) genoemd, in een artikel vele weken geleden van een zaterdag editie, heeft enige tijd geduurd, daar ik behoorlijk veel tijd en energie in spoedeisende zaken heb moeten stoppen. Vandaag, 27 april 2016, de viering van de twee jaar geleden op informele wijze opgerichte Oranje Republikeinse Piraten / ORDA op De Dam in Amsterdam, is een heugelijk feit om het schrijven van columns weer op te pakken, dus bij deze!
Vandaag wordt ook voor het derde maal (dus ook twee jaar “viering” van) de “Koningsdag” in Nederland gevierd, voor zover de zaak niet in het water is gevallen… Er pakken zich namelijk donkere wolken samen, niet alleen letterlijk vandaag, maar ook figuurlijk boven de erfopvolgers, nu de zaken rond ex- Secretaris Generaal van Justitie Joris Demmink steeds bekender worden in den lande. Eergisteren heeft JDTV een filmpje gepubliceerd, waarin duidelijk is, dat er beelden zijn van Prins Claus, de vader van Willem-Alexander met beruchte en uitermate sadistische pedofielen als Gerrie Ullrich op de boot de Apollo, waar Manuel Schadwald in 1994 is vermoord. Hieronder de link en de beelden:
Dit bericht werd mij aanvankelijk eerst via de website ROL ( http://revolutionaironline.com/breaking-vervloesem-over-de-demmink-tapes-claus-claus-claus/ ) duidelijk en later via het zien van bovenstaande beelden bevestigt. Dit betekent, zo goed, als de definitieve K.O. voor de erfopvolgers in de toekomst, het is nu niet meer de vraag of, maar wanneer het gaat gebeuren…
Reeds twee jaar geleden en zelfs op Prinsjesdag 2010 had ik dit al enige mate voorzien en per jaar kantelt wat dit betreft absoluut de situatie in deze, kan ik duidelijk merken, sinds Prinsjesdag 2010, ten voordele van de republikeinse principes en ten nadele van de erfopvolgers. Dit is ook de of een reden, dat de ORP / ORDA is opgericht, met als doel om dit proces goed te begeleiden. Op dit moment ben ik tijdens het schrijven trouwens een filmpje aan het bekijken van het Nieuw Republikeins Genootschap en hun persconferentie ten aanzien van de Koningsspelen en acties op Koningsdag in Zwolle. Ik beschouw het NRG absoluut als bondgenoten in de strijd om afschaffing van erfopvolging, maar er zijn ook verschillen tussen het NRG en de ORP / ORDA te noemen. De link naar hun website en beelden van de persconferentie is trouwens voor de eventuele liefhebbers:
Op zich ben ik niet tegen, wat ik beschouw als volksfeesten, als Koninginnedag in het verleden en nu Koningsdag. Sterker nog, ik ben niet eens tegen de functie of de titel Koning als staatshoofd. Wat dit betreft beschouw ik de situatie in het huidige Nederland, zoals in het Ierland van voor de huidige Ierse Republiek of België bij de onafhankelijkheid tussen 1813 en 1830, de onafhankelijkheidsstrijd van de Verenigde Staten van Amerika (van Engeland) of zelfs de Republiek der Nederlanden in de tachtigjarige oorlog. Ook daar moest een keuze gemaakt worden voor een nieuwe staatsinrichting.
In Ierland was er aanvankelijk daarbij zelfs een keuze om ook een Koning voor het nieuwe vrije Ierse eiland aan te nemen, maar uiteindelijk is dit plan niet doorgegaan en is er een overeenkomst gekomen tussen het Verenigd Koninkrijk (of Engeland) en Ierland, waarbij Noord-Ierland en Ierland werden gesplitst. Ierland ging verder als Republiek met een president als staatshoofd. Ook in de Verenigde Staten van Amerika ging het ongeveer op deze wijze, maar volgens mij is het Koningsschap daar nooit overwogen en is er gelijk voor een president gekozen.
In België was er hevige discussie en strijd over de staatsvorm en de onafhankelijkheidsstrijders waren dan ook hevig verdeeld in verschillende groepen. Zelfs de Nederlandse oudste zoon van “Koning” Willem I heeft zich daarbij vrijwillig aangemeld bij de Belgen om daar Koning te gaan worden, in plaats van Nederland. Dit zagen in ieder geval voldoende Belgen niet zitten, waardoor deze zoon later toch in 1840 Koning van de Nederlanden, inclusief toen nog Luxemburg is geworden. Menig een in Nederland zal het niet weten, maar feitelijk is Luxemburg pas in 1890 echt “onafhankelijk” van het huidige Nederland geworden, daar er in de wet stond, dat de Groothertog of het staatshoofd van Luxemburg een man moest zijn en Wilhelmina was dit dus niet…
Er waren bij de strijd om onafhankelijkheid van België voldoende republikeinen, die voorstander waren van een republiek met een president aan het hoofd. Uiteindelijk is het toch een monarchie of Koninkrijk geworden, waarbij een erfelijke Koning staatshoofd werd op al net zo een dubieuze en vreemde wijze als in de periode 1813 – 1815 in Nederland. Daarbij werd nog wel ook een behoorlijke discussie (en strijd) gevoerd over de naamgeving van de Koning en wel of het “Koning van België” of “Koning der Belgen” zou moeten worden, om aan te geven, waar de daadwerkelijke macht zou moeten liggen bij het volk of het staatshoofd. Uiteraard is het het laatste geworden en zo kwamen de Belgen – in het kort gezegd dus – bij de Koning der Belgen.
In Nederland was er eerst een hele andere situatie, bij de onafhankelijkheidsstrijd van Spanje. Een van de verzetsleiders was de toendertijd plaatsvervanger van de Koning van Spanje, Willem van Oranje-Nassau. De titel, die Willem van Oranje-Nassau als plaatsvervanger droeg was “stadhouder”. Niet ieder gewest in Nederland had altijd dezelfde stadhouder, zoals onderstaande link bewijst:
Deze stadhouder had een behoorlijk belangrijke functie, ongeveer te vergelijken met de huidige Minister – President van Nederland. Aangezien stadhouder Willem van Oranje-Nassau en vele anderen in Nederland rebelleerden tegen “Koning” Filips II en de stadhouder bekend was, werd hij aanvoerder in deze strijd of tenminste toen en nu nog als aanvoerder gezien in die strijd. Het punt, waar ik nu heen wil, is dat ook Willem van Oranje-Nassau dus Filips II niet meer zag zitten als “Koning” en hem meer een “dictator” vond. Ik beschouw, ons in Nederland nu in min of meer dezelfde situatie, maar dan meer met betrekking tot Mark Rutte en de erfopvolgers Beatrix, Willem-Alexander en Maxima.
Stadhouder Willem van Oranje-Nassau heeft daarbij in eerste instantie getracht andere geschikte personen te vinden, die de functie van Koning der Nederlanden zou kunnen aanvaarden. Onder meer de Hertog van Anjou uit Frankrijk werd door Willem naar Nederland gehaald om de soevereiniteit als Koning op zich te nemen. De Staten-Generaal met vertegenwoordigers van de gewesten zagen dit echter niet zitten, waardoor dit plan niet is doorgegaan en uiteindelijk Willem van Oranje-Nassau stadhouder bleef en de Staten-Generaal soeverein bleven. Uiteindelijk is in die lange periode van de Tachtigjarige Oorlog de functie van stadhouder als een soort symbolisch staatshoofd ontstaan en de Staten-Generaal als een parlement ontwikkeld in de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Het belang van deze strijd en ontwikkeling, ook voor de huidige staatsinrichting van Nederland mag niet onderschat worden. In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden, was in eerste instantie het stadhouderschap dan ook een democratische functie tot aan de latere stadhouder Willem III van Nederland, die ook Koning van Engeland werd en overleed in 1702. Beide functies verkreeg Willem III, niet op basis van erfopvolging, zoals velen denken, maar op basis van een soort van democratisch proces, waarbij (vaak machtige) afgevaardigden uit verschillende gebiedsdelen de keuze maakten. Voor mij zijn de zogenaamde “Oranjes”, dan ook in 1702 uitgestorven en alles daaropvolgend beschouw ik persoonlijk als “wannabe – Oranjes”, omdat hen dat qua macht, rijkdom en status wel goed uitkwam…
Nu terug naar de verbinding naar het heden… Welnu, waarom vertel ik dit nu, uitgerekend op Koningsdag en de 2-jarige viering van de Oranje Republikeinse Piraten / ORDA op 27 april 2016???
Het is de bedoeling, dat in de toekomst de ORP / ORDA in de (nabije) toekomst een democratisch gekozen Koningsschap gaat propageren. Niet dat de ORP / ORDA tegenstander is van een president, maar het democratisch gekozen Koningschap heeft de voorkeur, gezien de noordelijke traditie en historie van Europa, waar in vroeger tijden alle Koningen democratisch gekozen waren. Het belang van republikeinse zaken en vooral republikeinse principes, als de afschaffing van erfopvolging, erkent de ORP / ORDA uiteraard. Persoonlijk vind ik dan ook, dat republikeinen of vooral het Nieuw Republikeins Genootschap te veel oog heeft voor alleen de afschaffing van erfopvolging en daarmee waarschijnlijk ook de oud-Germaanse titel Koning, waarvan ik bij het laatste toch tegenstander van ben. Andere zeer en misschien nog wel belangrijkere zaken worden daarbij vergeten, zoals de invoering van Jury Nullification en het geldcreatie systeem. Derhalve heb ik ook besloten tot de oprichting van de ORP / ORDA om dit in de toekomst en zo snel mogelijk te bewerkstelligen.
Zeker in de huidige tijden met alle technologische ontwikkelingen, zie ik namelijk niet de erfopvolgers van Nederland als grootste bedreiging, maar eerder nog die technologische ontwikkelingen en ook, zoals wellicht bekend, de inner circle van de Bilderberg organisatie met superrijken als de Rothschilds en de Rockefellers. Dit is dan ook de reden, dat ik voorstander ben van het behoud titel “Koning”. Mijn daad met betrekking tot Prinsjesdag was dan oorspronkelijk niet in gegeven, omdat ik een fervent tegenstander ben van het Koningshuis, maar wel van zaken, die de huidige Bilderbergers bedisselen op hun jaarlijkse conferenties, zeker in relatie tot de huidige banken- en kredietcrisis, die sinds 2007 eigenlijk continu actief is in de economie.
Aangezien het mij niet volledig is gelukt om deze onderwerpen in de politiek aan het rollen te brengen en een deel van de politieke partijen en politici ronduit corrupt is, zoals wel vaker gebleken in de historie, is door mij en medestanders of geloofsgenoten dan ook de Oranje Republikeinse Piraten en de Oranje Republikeinse Democratische Alliantie opgericht. Het doel is in ieder geval om zo snel mogelijk deel te nemen aan de verkiezingen en het plan is wat mij betreft geslaagd, als er daadwerkelijk binnen vijf jaar aan verkiezingen van de Gemeente, Provincie, Waterschappen of het parlement ergens wordt deel genomen in Nederland. In een worst case scenario duurt het nog langer…
Om tot slot deze column dus af te sluiten, wil ik hiermee aangeven, dat ik voorstander ben van de afschaffing van erfopvolging, maar ook voorstander ben van republikeinse principes als dus jury rechtspraak en geldcreatie soeverein in handen van de bevolking. Eergisteren heb ik dan ook de enquete ingevuld van EenVandaag rond de monarchie en republiek, en al hoewel ik mij na Prinsjesdag 2010 zou omschrijven of omschreven wordt als republikein, ben ik niet perse voor afschaffing van de monarchie of het Koninkrijk en op het antwoord van die vraag heb ik dan ook het antwoord “weet niet” geantwoord. In principe ben ik voor voortzetting van het Koninkrijk der Nederlanden met een democratisch gekozen Koning en ook met de invoering van republikeinse democratische principes. Wat mij betreft kunnen dan ook volksfeesten als Koningsdag en zelfs de Koningsspelen gehandhaafd blijven, mits ze vrijwillig zijn voor deelname… Hieronder heb ik nog een toepasselijk volkslied gevonden voor vandaag, het Koningslied van het land van Maas en Waal, speciaal door We Are Change Rotterdam, die zich actief inzetten op zaken, die ik ook van belang vind: